Dick van der Plas

columns, artikelen, foto's

Categorie: Fietstoerisme

De eerste echte Joop

Joopclassic20091Respect, uiteraard, voor iedereen die gisteren vanuit Leiden wél de Joop Zoetemelk Classic (JZC) reed. Maar ik kon het – met een inschrijving op zak – niet opbrengen om de eerste paar uur in de miezer te trappen, bij een graadje of zes en een stevige wind. Bovendien heb ik in de JZC een mooie toekomst achter me liggen. Al bij de eerste editie van zaterdag 24 maart 2007 stond ik met twee collega’s aan de start. Bovenstaande foto – met fietsmaat Rob (links), neef Raymon (rechts) en Joop is overigens van twee jaar later, 2009. We gaan acht jaar terug in de tijd…

Zaterdag 24 maart 2007

Boze tongen beweren dat Joop Zoetemelk in het wielerpeloton een linkebal was. Dat hij alleen wereldkampioen werd door een paar kilometer voor de streep heel geniepig – niemand die het zag – weg te rijden uit de kopgroep. Dat hij alleen de Tour de France won omdat Bernard Hinault geblesseerd raakte. Maar wij herinneren ons Joop als de grootste Nederlandse wielrenner aller tijden.

Meer lezen

Grijze koppies zijn verraderlijk

P1050914

Mojácar – De grijze koppies van veel deelnemers aan ’Leven als een prof’ zijn verraderlijk. Zo’n taaie krasse knar die je op de eerste helling lachend voorbij rijdt, bekent pas ’s avonds aan de bar dat hij elk jaar zeker 20.000 kilometer wegtrapt, al zeventien keer van start ging in de Alternatieve Elfstedentocht en negen marathons heeft gelopen in krap drie uur.

Een kleine vijftig lezers van deze krant leefden afgelopen week als een prof tijdens een wielerstage in Spanje. Dat wil zeggen: alles wat afleidt van het fietsen, is hen uit handen genomen. Door het personeel van het Oasis Tropical Hotel in Mojácar, dat geregeld onderdak verleent aan professionele wielerploegen. Maar ook door de medewerkers van het Serge Baguet Bicycle Center, die de ritten uitzetten, de bevoorrading verzorgen en regelen dat de (huur)fietsen in optimale conditie zijn.

Een minimum aan conditie is vereist voor deze fietsreis naar het favoriete trainingsgebied van het wielerpeloton. Aan die richtlijn blijken alleen de rijders in groep C zich te hebben gehouden. In A en B wordt serieus gekoerst, onder leiding van onder anderen (oud-)profs als Franky de Gendt (een knecht uit de tijd van Jan Raas in de periode TI Raleigh). Ook andere cracks worden ingevlogen, zoals de fameuze sprinter Freddy Maertens, die op dinsdag laat zien dat hij het fietsen nog niet is verleerd.

Fietsers zijn individualisten, die met elkaar lichte (lees: oppervlakkige) gemeenschappen vormen. Maar ergens in deze acht dagen Mojácar is er gespot met die wet. De individualisten zijn een groep geworden, van mensen die niet alleen samen fietsen, maar ook levensverhalen uitwisselen. Zo vergezelt Gerard Mesman (56) uit Purmerend zijn zoon Matthijs (22), die deze week vooral is meegegaan om te oefenen voor de Alpe d’Huzes. De jongste deelnemer aan ’Leven als een Prof’ wil minimaal vijf keer die berg op, voor zijn moeder die vorig jaar aan kanker overleed. Na het overlijden van zijn vrouw heeft Gerard zelf veel gehad aan de fiets; de sport heeft hem geholpen bij het verwerken van het verlies.

De oudste deelnemer Cees Moeijes (76) uit Wognum is vlak na de Tweede Wereldoorlog met wielrennen begonnen. Nog net niet op een racefiets met houten banden, maar veel scheelde het niet. Hij reed deze week op zijn gemak nog met de B-groep mee.

En wat te denken van Ina Swinkels uit Hoorn. Een oma, geeft ze zelf toe, van 62. Maar wel een oud-marathonloopster die op haar 55e in haar leeftijdscategorie nog Nederland kampioen werd. Een zwakke knie dwong haar te gaan fietsen en dat doet ze met net zoveel fanatisme als waarmee ze ooit de hardloopschoenen aantrok. Ze kan zich nog boos maken om het eerste mannengroepje daar haar als fietsmaatje weigerde.

Iedereen in de groep is ervan overtuigd dat deze fietsstage een vervolg moet krijgen. Een minimum aan fietsconditie is vereist om acht dagen te leven als een prof. Maar wie een mooi verhaal meebrengt is ook zónder van harte welkom.

 

Op de site van de krant hield ik een dagboek bij:

http://www.leidschdagblad.nl/regionaal/metropool/article27325742.ece/Op-wielerstage-in-Spanje-leven-als-een-prof

 

Statistieken

P1050488Het is een gezelschap dat mijn vrouwelijke collega omschrijft met de term ‘Mamil’: middle-aged men in lycra. Voor en dan weer achter me rijdt Cor, die fietst op het ritme van zijn pacemaker. Als het ding aanslaat, stuift hij naar voren. Bij vertraging hangt hij in de staart van het peloton, naast Jaap, die twee weken geleden een spiertje in zijn hart heeft laten dichtbranden om ritmestoornissen tegen te gaan. Ik ben de lantaarndrager, met mijn teflon aorta en bètablokkers. Gedrieën vreten we La Redoute op, een venijnig klimmetje net buiten Remouchamps.

Meer lezen

Wielerkalender

Mijn belangrijkste sport is tegenwoordig om onder het fietsen uit te komen. Maar dat is niet altijd zo geweest. Op 7 april 2011 – toen ik nog geen wielrenner met een beperking was – schreef ik voor de krant deze column.

Bergtoer01‘Als je nou zaterdag die oude dartkast, dat tafeltje en die plinten naar de Gemeentewerf brengt, ruimt het hier op de voorzolder ook lekker op.’
– ‘Zaterdag, zaterdag… Nee, dat gaat niet, dan rijd ik Veenendaal-Veenendaal.’
‘De week daarop dan?’
– ‘Nee, dan is de Grensheuvelentocht in Hardenberg.’

Meer lezen

Mooie Mario

Dolomieten063Lang voordat ik hem in het zicht krijg, gonst zijn naam al door de rijen met toeschouwers buiten Corvaro, op de helling van de Passo Campolongo. ‘Mario, Mario, Mario, Mario, Mario!’ Mario Cipollini, startnummer 395 in deze Maratona dles Dolomites, ‘Mooie Mario’, winnaar van klassiekers als Gent-Wevelgem en Milaan-San Remo, 12 etappes in de Tour de France en 42(!) in de Giro d’Italia, wereldkampioen in 2002 (Zolder), deze Super Mario dus, gaat zo dadelijk worden ingehaald door wielertoerist Dick van der Plas, startnummer 2304.

Meer lezen

Passo Giau

DolomietenHalverwege de Passo Giau word ik ingehaald door een vrouw. Een jonge vrouw, mag ik hopen. Een lid van de Italiaanse Olympische selectie, wellicht. Of de dochter van Jeannie Longo. Ze gaat me niet hard voorbij, daar zijn de omstandigheden niet naar. Maar daardoor zie ik wel dat ze met een groter verzet rijdt dan ik. Niet goed voor de moraal. Net als de stortvloed van informatie die mijn Garmin-fietscomputer elke seconde op het scherm brengt. Snelheid, nog geen 10 kilometer per uur. Hartslag: 160 slagen per minuut. Cadans: 64 omwentelingen. Stijgingspercentage: tussen de 13 en 14 procent. Hoogte: 1846 meter. De top ligt op 2236. Het zwarte driehoekje dat, gestuurd door het gps-signaal – op het kaartje omhoog kruipt, ben ik. Ik moet er eigenlijk niet naar kijken. Maar wat denk je dat dit machtig mooie hebbedingetje heeft gekost?

Meer lezen

Bolletjesslikker op de fiets

broodje-bal-gehaktIn navolging van Tom Boonen (cocaïne), Andreas Klöden (bloeddoping) en alle andere broodfietsers die dit seizoen al tot een bekentenis zijn (of nog worden) gedwongen, kan ook ik er niet langer omheen. Ja, ik gebruik. Al jaren. Voor de zwaarste wedstrijden zoek ik mijn toevlucht tot witte bolletjes met de voorgebraden gehaktballen van Dirk van den Broek, in combinatie met de (per twee verpakte) gevulde koeken van hetzelfde supermarktconcern.

Meer lezen

Wielerdracula

Amstelwielren5Het is mijn tekst, maar zelf heb ik dit keer nog niks gezegd. ,,Gá jij maar alvast en wacht boven.” Met die woorden laat ik gewoonlijk mijn dertig jaar jongere neef los, als die aan het begin van een steile helling begint te snuiven als een jonge hond die een week niet is uitgelaten. Maar in deze Amstel Gold Race zijn de rollen omgedraaid. ,,Gá jij maar alvast en wacht boven”, klinkt het, aan de voet van de weg die voert naar het Drielandenpunt in Vaals. Een 47-jarige, bijziende, kalende, aan rugpijnen en een zere knie lijdende oude man gaat er als een speer vandoor.

Meer lezen

Het grote lijden

Frankrijk-beklimming-alpe-u‘Het paradijs voor toeristen, de hel voor fietsers’, staat er op de ansichtkaarten die in de omgeving van Bourg d’Oisans worden verkocht. En omdat de mens geneigd is tot alle kwaad – en daarmee de hel moedwillig verkiest boven het paradijs – fiets ik een dag na aankomst op camping Belledonne met een hartslag van 178 maar meteen voor de eerste keer de Alpe d’Huez op.

Meer lezen

Beperking

GesinkZelf profiteer ik nu tweeënhalf jaar van de status ‘wielrenner met een beperking’. Nooit kopwerk meer, zelfs door je grootste vijanden uit de wind worden gehouden en bij afhaken of falen nooit verlegen om een geldig excuus. Nee, ik snap het ook niet dat Robert Gesink zijn hartproblemen zolang voor zich heeft gehouden. Daar had veel meer in gezeten.

Meer lezen

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén