Mojácar – De grijze koppies van veel deelnemers aan ’Leven als een prof’ zijn verraderlijk. Zo’n taaie krasse knar die je op de eerste helling lachend voorbij rijdt, bekent pas ’s avonds aan de bar dat hij elk jaar zeker 20.000 kilometer wegtrapt, al zeventien keer van start ging in de Alternatieve Elfstedentocht en negen marathons heeft gelopen in krap drie uur.
Een kleine vijftig lezers van deze krant leefden afgelopen week als een prof tijdens een wielerstage in Spanje. Dat wil zeggen: alles wat afleidt van het fietsen, is hen uit handen genomen. Door het personeel van het Oasis Tropical Hotel in Mojácar, dat geregeld onderdak verleent aan professionele wielerploegen. Maar ook door de medewerkers van het Serge Baguet Bicycle Center, die de ritten uitzetten, de bevoorrading verzorgen en regelen dat de (huur)fietsen in optimale conditie zijn.
Een minimum aan conditie is vereist voor deze fietsreis naar het favoriete trainingsgebied van het wielerpeloton. Aan die richtlijn blijken alleen de rijders in groep C zich te hebben gehouden. In A en B wordt serieus gekoerst, onder leiding van onder anderen (oud-)profs als Franky de Gendt (een knecht uit de tijd van Jan Raas in de periode TI Raleigh). Ook andere cracks worden ingevlogen, zoals de fameuze sprinter Freddy Maertens, die op dinsdag laat zien dat hij het fietsen nog niet is verleerd.
Fietsers zijn individualisten, die met elkaar lichte (lees: oppervlakkige) gemeenschappen vormen. Maar ergens in deze acht dagen Mojácar is er gespot met die wet. De individualisten zijn een groep geworden, van mensen die niet alleen samen fietsen, maar ook levensverhalen uitwisselen. Zo vergezelt Gerard Mesman (56) uit Purmerend zijn zoon Matthijs (22), die deze week vooral is meegegaan om te oefenen voor de Alpe d’Huzes. De jongste deelnemer aan ’Leven als een Prof’ wil minimaal vijf keer die berg op, voor zijn moeder die vorig jaar aan kanker overleed. Na het overlijden van zijn vrouw heeft Gerard zelf veel gehad aan de fiets; de sport heeft hem geholpen bij het verwerken van het verlies.
De oudste deelnemer Cees Moeijes (76) uit Wognum is vlak na de Tweede Wereldoorlog met wielrennen begonnen. Nog net niet op een racefiets met houten banden, maar veel scheelde het niet. Hij reed deze week op zijn gemak nog met de B-groep mee.
En wat te denken van Ina Swinkels uit Hoorn. Een oma, geeft ze zelf toe, van 62. Maar wel een oud-marathonloopster die op haar 55e in haar leeftijdscategorie nog Nederland kampioen werd. Een zwakke knie dwong haar te gaan fietsen en dat doet ze met net zoveel fanatisme als waarmee ze ooit de hardloopschoenen aantrok. Ze kan zich nog boos maken om het eerste mannengroepje daar haar als fietsmaatje weigerde.
Iedereen in de groep is ervan overtuigd dat deze fietsstage een vervolg moet krijgen. Een minimum aan fietsconditie is vereist om acht dagen te leven als een prof. Maar wie een mooi verhaal meebrengt is ook zónder van harte welkom.
Op de site van de krant hield ik een dagboek bij:
Reacties kunnen niet achtergelaten worden op dit moment.