satelliet-tv-kijken-met-vaste-schotelantenne-672x372In mijn favoriete kampeeruitzicht zie ik een overspannen vader die – na een lange dag van files in een hete auto – onder de ogen van een veeleisende echtgenote en twee verveelde pubers een hem onbekende vouwwagen opzet. Maar dit mag er ook zijn, constateer ik vergenoegd. Vier potentiële stemmers op de partij 50Plus rijden het terrein op, verdeeld over twee gloednieuwe campers waarvoor naar mijn inschatting een groot rijbewijs nodig is. Als op beide daken zich twee satellietschotels verheffen en langzaam hun rondjes beginnen te draaien op zoek naar een geschikt signaal, lijkt het alsof de voorhoede van twee rampenzenders zich in mijn blikveld heeft genesteld. Verwachtingsvol schenk ik nog maar eens in.

Toegegeven, zelf heb ik de kampeermarkt ook behoorlijk verpest met een centraal verwarmde sleurhut met flatscreen-tv, drie laptops en een door een iPod aangestuurde muziekinstallatie. Maar ik ben nooit vergeten waar ik vandaan kom: uit een lekkende tent waar wij met onze voeten in het regenwater achter een gammel tafeltje bij het licht van de vuurvliegjes zaten te scrabbelen. Noorwegen is wat dat betreft een land naar mijn hart. Hier kun je als kampeerder nog gaan en staan waar je wilt, zonder de beperkingen die de Algemene Plaatselijke Verordening je oplegt.

Als er overal in de natuur 220 volt en wifi uit de bast van de bomen kwam, hadden we dat ook zeker gedaan.

Voor wie de strak gereguleerde campings in het vaderland is gewend, is het al heel avontuurlijk dat je hier overal mag gaan staan als je maar minimaal vier meter van de caravan van de buren blijft. Dat blijkt, elke keer als de schemering invalt, ook precies de breedte die een camper nodig heeft om zich daar nog tussen te wurmen. Deze proleten in hun mobile homes kennen het verschil tussen kamperen en parkeren niet.

Aan de overkant van mijn caravan staan de 50Plus-kiezers inmiddels met de handen in de zakken naar hun schotels te kijken, die als radarschermen speurend naar een vijandig doelwit de hemel blijven afturen. Een eindje verderop kijken hun vrouwen lijdzaam toe. Als ervaringsdeskundigen weten zij op welke momenten er in het huwelijk gezwegen moet worden.

Het richten van de satellietschotel is voor mij potdorie nog handwerk. Geduldig dans ik op mijn gele klompen net zo lang de horlepiep totdat mijn zoon voor het installatiescherm van de tv ‘Groen!’ roept, ten teken dat de 999 zenders van de Astra Satelliet zich aan ons openbaren. Natuurlijk kijk ik er maar naar één, Nederland 1: voor de Tour de France, het NOS Journaal en de Avondetappe. De rest kan me gestolen worden, want we zijn niet van de straat.

Noorwegen is een ruig land. Er staat altijd wel een berg tussen de schotel en het signaal. Draadloos internet trekt zich daar niks van aan. Lette je voorheen op bodemgesteldheid, uitzicht en rust, tegenwoordig zoeken kampeerders hun ideale plekje met behulp van de wifi-finder op hun Iphone. Niet te ver van de receptie af, is bij de meeste campings de richtlijn voor voldoende bereik.

Maar tv-signaal is een ander verhaal. Op de camping in Mandal profiteer ik van de Duitse gründlichkeit. Mijn Beierse buurman heeft een dag lang gezocht naar het enige plekje waar de Astra net boven de rijk beboste berg uitkomt om zijn signaal op de schotel te reflecteren. Ik zet die van mij in de slagschaduw van de zijne en trek elke avond een flesje wijn open om naar de bij Nacht und Nebel arriverende campers te kijken.

En opnieuw stellen ze me niet teleur.

Na twintig minuten vruchteloos rondjes draaien, halen de 50Plus-leden mismoedig hun schouders op, wenken de vrouwen naar binnen, starten de motoren en rijden de camping af.

Kamperen anno 2012 is voortdurend zoeken naar bereik.

 

Uit de krant van 6 september 2012.