FullSizeRender-2De aanpak van de kredietcrisis verschilt binnen het gezin niet zo gek veel van die van het kabinet. Een combinatie van bezuinigen op overbodige uitgaven en investeren in groei. ,,Wat? Honderd euro voor een uurtje bij de kapper?”, reageer ik, licht overspannen, op een eerste potentiële bezuinigingspost in het uitgavenpatroon van mijn eega. ,,Dat kan voortaan wel wat minder.” De oppositie snelt onmiddellijk naar de interruptiemicrofoon. ,,We zullen jouw nieuwe racefiets afbestellen”, krijg ik terug. ,,Kan ik daar 45 keer mijn haar van laten doen.” En dan zegt ze nog dat onze puberende zoon altijd het laatste woord wil hebben.


Net als de meeste modale consumenten worden wij nog niet hevig getroffen door de crisis, waardoor onze hand niet in een psychologische kramp naar de knip is gegaan. Want dat is helemaal de dood in de pot voor het bedrijfsleven, dat toch zijn producten moet blijven afzetten. Maar van een gelukkige hand van investeren is tot nog toe geen sprake. Onze nieuwe LCD Kuro 100Hz-tv van Pioneer hangt nog maar net aan de muur, of Teletekst meldt (in sprekende kleuren en vlijmscherp, dat dan weer wel) dat het bedrijf 10.000 van zijn 40.000 werknemers de laan uitstuurt.

Andere investeringen komen kennelijk ook op de verkeerde plek terecht. Bij de Amerikaanse fietsenfabrikant Trek – als gezin zijn wij wars van protectionisme; onze uitgaven moeten wereldwijd ten goede komen aan het ondernemingsklimaat – doen ze er nu al meer dan drie maanden over om het frame voor mijn nieuwe racefiets af te leveren: kennelijk draait de productie daar alleen op volle toeren om de gestolen rijwielen van Lance Armstrong binnen een dag te vervangen. De stoffeerder die ons meubilair onderhanden heeft, kampt ook niet met een te krappe orderportefeuille. Bij ons thuis wordt al weken elke avond een wrede stoelendans uitgevoerd om met vier gezinsleden op de drie enige, nog resterende stoelen terecht te komen. De laconieke achteloosheid waarmee onze schilder reageert op het annuleren van de opdracht om ons plafond opnieuw te stukadoren (we halen de witkwast er nog wel een keertje overheen) doet evenmin vermoeden dat zijn personeel hiermee direct in de deeltijd-ww belandt.

Het vermoeden dat er onder consumenten vooral sprake is van een psychologische crisis, zie ik bevestigd door bezorgde verhalen van mensen die het geld hebben om uitgaven te doen maar er voorlopig van afzien of kiezen voor een goedkopere variant. Het doodgravergezicht van Balkenende bij de presentatie van de jongste CBS-cijfers laat ook ons niet onberoerd. Met behulp van mijn eigen Big Brother – nog heel even www.postbank.nl – verdiep ik me in het uitgavenpatroon van mijn echtgenote. Niet dat dat zo exorbitant veel hoger is dan het mijne – integendeel, zal zij zeggen – maar hier kan ik zo lekker onbevooroordeeld naar kijken. Alleen als ik bijtijds word getipt door onze dochter, weet ik dat ze naar de kapper is geweest. Dus wat ligt er meer voor de hand dan bezuinigen op iets wat je niet ziet? Ook in de abonnementen voor glossy tijdschriften en de aanschaf van kleding c.q. lifestyle-snuisterijen kan structureel worden gesneden zonder dat de kwaliteit van leven binnen ons gezin er al te zeer door wordt aangetast.

Bezuinigen is ook een kwestie van timing. Zo had ik beter niet over mijn pakket van maatregelen kunnen beginnen op de dag dat de bevestiging van mijn fietsvakantieweek in de Alpen en de reservering voor mijn trainingskamp bij mijn rentenierende vriend in Spanje – Schiphol kan ook wel een steuntje in de rug gebruiken – op de deurmat ploffen. Mijn sociale partner briest iets over ongebreideld bezuinigen op andermans uitgaven en gericht investeren in mijn eigen pleziertjes en verwerpt mijn crisisaanpak zonder deze zelfs maar in stemming te brengen.

Haar tegenbod is slikken of stikken. Komend weekeinde zit ze met haar zus in het duurste hotel van Texel. De dames hebben mij de verzekering gegeven dat de plaatselijke middenstand hier tot aan het eind van deze recessie op kan teren.