AppieMannen in supermarkten, dat heeft altijd iets treurigs. De verveling waarmee ze over hun karretje hangen, de ergernis waarmee ze bij het schap met wasmiddelen met hun vrouw staan te bellen (‘Ik zie helemaal geen Robijn Fleur en Fijn!’). Nee, dan de monterheid waarmee ik me langs de voorraden beweeg, iPhone in de linkerhand, programma opengeklikt op mijn digitale boodschappenhulp ‘Appie’ (‘Kan ik je helpen?’), op het touchscreen producten wegstrepend die al in mijn karretje liggen of scrollen naar wat nog moet gebeuren. Zó horen mannen boodschappen te doen.

Programmaatjes op de iPhone heten Apps. Daarom is de naam van het supermarkthulpje van de anonieme grootgrutter – ik ga hier natuurlijk geen reclame zitten maken – ook zo goed gevonden. Appie. Appie kan boodschappenlijstjes maken, weet welke producten er in de aanbieding zijn, heeft 8000 recepten in zijn geheugen gegrift en kan met één druk op de knop alle ingrediënten voor ‘penne met spruitjes, kaas en tomatensaus’ of ‘gestoofde groenten met zalmvissticks’ op je lijstje zetten. Appie weet ook wat je de laatste drie maanden allemaal hebt gekocht en wat je het vaakst hebt ingeslagen en zet bij elk product ook nog eens een plaatje. Kom daar maar eens om, op dat beduimelde briefje dat je tot voor kort van je vrouw mee kreeg.

In mijn vorige supermarkt – nee, ik noem weer geen namen, straks denkt u nog dat het Dirkie was – gebruikte ik de Appie ook al, maar daar had ik alleen wat aan het boodschappenlijstje dat ik met de hand moest invullen. Want Appie werkt het best als je hem eerst hebt gevoerd met het nummer van je Premiekaart (straks denkt u nog dat ik Bonuskaart bedoel), die bij de kassa wordt gescand, je producten opslaat in de computer, waarna de iPhone je gegevens er dan weer af kan halen.

Rond de kilometerheffing is het nog een hele heisa, die privacybescherming. Maar wie korting kan krijgen met een Premiekaart levert zich met graagte uit aan het grootwinkelbedrijf. De mannen achter Appie weten wanneer mijn eega ongesteld is, hoeveel flessen wijn wij er in een week doorheen jagen en hoeveel vette snacks er in mijn karretje belanden. Een gemiddelde ziektekostenverzekeraar is ongetwijfeld bereid om goudgeld voor deze gegevens te betalen. Maar wij vertrouwen er blindelings op dat dit niet gebeurt. Boeven zitten alleen in de regering.

Appie weet ook steeds het dichtstbijzijnde filiaal te vinden. En aangezien mijn iPhone ook is voorzien van gps, zou het een volgende stap kunnen zijn om mijn boodschappenlijstje automatisch zo te rangschikken dat ik de hele handel precies op de goede routing door de winkel tegenkom. Maar zo blijft er altijd wel wat te wensen over.

Het was een ingrijpende stap om mijn vertrouwde supermarkt in te wisselen voor het concern dat schuilgaat achter de Appie. Maar de onhebbelijke gewoonte om met zekere regelmaat mijn eerste levensbehoeften uit het assortiment te nemen, deed hen uiteindelijk de das om. Ik spreek hier onder meer over de DropFruit-duo’s, de risotto uit de reeks Wereldgerechten en, tot overmaat van ramp, de Pringles Light. Als consument laat ik niet met mij sollen.

Niet dat mijn nieuwe super ideaal is. Het ding heeft het formaat van een Ikea, maar de karretjes en de infrastructuur bij de kassa zijn die van een buurtwinkel. Bovendien zitten er in de hal minderjarigen die na het afrekenen hun hand bedelend naar je uit steken. Dat zou in een land als het onze ook niet hoeven. Maar goed, daar zal ik mij met de lokale Harry Piekema over verstaan.

Ofschoon dat misschien niet eens nodig is, omdat ik door een fietsmaat tijdens lange ritten word doorgezaagd over de zegeningen van het online winkelen. Tegen een luttel bedrag wordt alles op een afgesproken tijdstip thuisgebracht. Ik beschik inmiddels over een account, heb al virtueel rondgesnuffeld langs het assortiment maar stuit voorlopig nog op het ‘njet’ van mijn levenspartner die van mening is dat het enige wat ik nog doe in het huishouden niet volledig mag worden geautomatiseerd.

Eindigt dit stukje toch weer net zo treurig als het begon.

 

Uit de krant van 4 maart 2010.