Het is met een zekere schroom en zonder trots dat ik meld dat ik nog van een generatie ben die omkijkt als er een vrouwelijke chauffeur achter het stuur van een stadsbus zit. Leuk, denk ik dan. Dat hebben we toch maar mooi bereikt, in dit land. Maar als ik in een Boeing 737 van de purser hoor dat ik van Valencia naar Amsterdam wordt teruggevlogen door gezagvoerder Margo en co-piloot Jacqueline, moet ik – op rij 14 bij de nooduitgang – toch even ongemerkt een paniekaanval wegzuchten.

De luchtvaart verkeert altijd in de greep van de angst, wil ik maar zeggen. Is het geen terrorisme, dan is het wel een aswolk of gewoon – heel menselijk – de vrees om door welk ander van binnen of buiten komend onheil van grote hoogte te pletter te vallen. Daarom zou het ook te gemakkelijk zijn om mijn primaire reactie op een toestel vol met vrouwelijke bemanningsleden – zelfs onder de stewardessen is geen man te bekennen – toe te schrijven aan onvervalst seksisme. Ik vertrouw mijn dierbaarste bezittingen toe aan een vrouw, zoals de dokter en haar twee jeugdige stagiaires kunnen beamen die mij ooit (met toestemming) hebben gesteriliseerd. De hooguit vier keer per jaar dat ik in een vliegtuig stap is domweg te weinig om volledig tot mezelf te komen. Dat zal het zijn.

Verkrampt reageren staat aan de basis van veel procedures waarmee het vliegverkeer is omgeven. Zo moet ik mijn dunne, canvas Yellow Cabs-schoenen op Schiphol  uittrekken omdat de metalen oogjes waar de veters doorheen geregen zijn het alarm van de detectiepoortjes in werking stellen (in Valencia piepen ze niet, hoe kan dat?). Alleen maar omdat ooit een verwarde geest tevergeefs heeft geprobeerd om zijn schoenen op te blazen in een vliegtuig. En wordt naast mij een hevig protesterende Engelse mevrouw van een pot pindakaas uit haar handtas beroofd. Die van mij zit – mijn Spaanse vrienden zijn er gek op – veilig in mijn koffer, net als de bestelde AH koffiepads en vijf zakjes Bakpoeder (!) van Dr. Oetker. Als ik die in mijn rugzak had gestopt – in combinatie met de (allemaal uitgepakte en door een barse beambte op tafel uitgestalde) verdachte opladers voor laptop en iPhone, mijn gps-apparaat en usb-kabel voor mijn fototoestel – hadden de beste advocaten zes jaar moeten vechten om de veroordeling van Dick van der P. nietig te verklaren.

Iets is onveilig, dus alles is onveilig.

Margo en Jacqueline brachten mij snel en probleemloos van Spanje naar Nederland. Alleen kwakten ze op Schiphol het toestel behoorlijk hard op de grond.

‘Er stond ook wel heel veel wind’, vergoelijkte mijn vrouw, achter het stuur van mijn auto, toen ik daar op weg naar huis over klaagde.

‘Wees maar blij dat ze die kist niet achteruit hoefde in te parkeren’, reageerde een collega later.

Maar hij is van wéér een andere generatie.

 

Uit de krant van 22 april 2010