zwemles-groot3-800x533De waterige oogjes van de badmeester gaan zoekend langs het rijtje moeders, blijven rusten op het gelaat van mijn eega en vragen, nog voordat zijn mond het verbaal nog eens dunnetjes overdoet, of zij ‘de moeder van…’ is. Bij justitie heb je het recht om te zwijgen, maar voor een ouder die een publieke terechtwijzing ondergaat is er geen burgerlijk wetboek om op terug te vallen. Mijn vrouw knikt. Of zij – klinkt het met een stem die gewend is om van de ene naar de andere kant van een vijftigmeterbad te dragen – er dan de volgende keer voor kan zorgen dat mijn zoon het uurtje zwemonderricht niet begint in het groepje voor diploma A, halverwege voortzet bij diploma B en afmaakt bij diploma C. Dat is voor alle betrokkenen namelijk erg verwarrend.

De dienstdoende gezagsdrager van Aqualand raakt één van de kernpunten in het educatieve leerproces dat opvoeden heet: het aanbrengen van structuur. Een nazaat begint zijn of haar leven zonder structuur. Afhankelijk van de impulsen die het lijf doorgeeft, krijst, drinkt en slaapt het wezen dat na jouw zaad (moet eigenlijk dus zijn: ‘nazaad’) ontsproten is, de hele dag en nacht door. Met het voederen op gerichte tijden en het te ruste leggen op momenten dat het de opvoeders heel best uitkomt, wordt begonnen een eerste structuurlaag in het leven aan te brengen. En – in de lange, lange weg naar de volwassenheid – wordt daar laag, op laag, op laag aan toegevoegd.

Opvoeden is het stukadoren van structuurlagen.

Stukadoren is als het maken van abstracte kunstwerken. Iedereen die er oppervlakkig naar kijkt, bekruipt onvermijdelijk de gedachte: dat kan ik ook. Maar stukadoren is een vak. Als de structuurlaag niet goed is aangemaakt of ondeskundig wordt aangebracht op een onderlaag die niet goed is voorbewerkt, zakt zij omlaag, als een paling op een met snot ingesmeerde zeephelling.

Wat er precies mis is met de onderlaag van onze zoon, daar kunnen we geen vinger achter krijgen. Maar alle door ons zo zorgvuldig aangemaakte structuurlagen glijden er op af. Door de week wil hij uitslapen, in het weekeinde is hij matineus. Hij speelt in zijn onderbroek met zijn Lego als hij zich moet aankleden, en speelt gekleed met zijn Lego als hij zich moet uitkleden. Aan elke handeling dient een directe impuls van ons vooraf te gaan, om te voorkomen dat hij bijvoorbeeld na het opstaan en het wassen gewoon weer zijn pyjama aantrekt. Die impulsen heeft hij de hele dag door nodig, want anders doet hij gewoon wat op dat moment in zijn hoofd opkomt. En omdat zijn gedachten altijd op andere plaatsen verkeren dan zijn lijf, is dát eigenlijk het probleem.

De dag dat hij na de zwemles onder de douche stond met het papiertje waarin zijn overgang naar het examengroepje voor diploma A werd bekrachtigd (ik kon het achteraf nog net lezen, in de uitgelopen inkt), beschouw ik als het voorlopige hoogtepunt van dit jaar. Er is per week nu nog maar één zwemles, heel vroeg op de woensdagmiddag, als ik hem écht niet (tegen mijn vrouw: ‘Echt niet, echt niet, echt niet!’) kan begeleiden. Op zijn gedrag tijdens dit uurtje kan ik hem dus alleen maar achteraf aanspreken. Hoe slaagt hij erin om, terwijl hij zijn A nog niet heeft, steeds een half uur mee te doen met de diploma B en C-groepen?

Er volgt een heel relaas over de onduidelijke situatie in het zwembad, waar steeds drie groepen kinderen tegelijk les krijgen. Dat is, in zijn optiek, vragen om moeilijkheden. Het is, vindt mijn zoon (6), een wonder dat er nog geen ongelukken zijn gebeurd. Ken ik zijn vriendje Martijn? Die had zijn A al gehaald, ging op voor B en toen dat wat erg lang duurde, ontdekte zijn moeder dat hij al drie maanden gewoon weer met A mee zwom. En dan het personeelsbeleid, in dat zwembad. Elke keer heeft hij een andere badjuf of badmeester, voor wie al die natte koters in zwemkleding er allemaal hetzelfde uitzien. Die Stephan nog niet van Steven kunnen onderscheiden. Ligt het dan aan hem, dat ook hij het overzicht soms volledig kwijt is? Ze missen daar, ze missen daar, kom, hoe zeggen jullie dat altijd?

Structuur.

Kijk, dát bedoelde hij nou.

 

Uit de krant van 3 februari 2003.