geen les wegens zieke leraarGeluk schuilt soms in een klein hoekje en zo kan het gebeuren dat mijn zoon op een donderdagmiddag thuiskomt van school, euforisch zwaaiend met een A4’tje waarop in een paar zinnetjes wordt geschetst hoe één van de juffen ten prooi gevallen is aan de griep. Dat het nog wel is gelukt om haar die donderdag te vervangen, maar dat het niet mogelijk is dit kunststukje de dag daarop nog eens te herhalen. Groep 6, die vrijdagmiddag toch al vrij zou hebben met het oog op de naderende krokusvakantie, heeft derhalve de hele dag vrij. ,,De mooiste brief van mijn leven!”, juicht mijn zoon, en hij houdt het kleinood boven zijn hoofd, als een gouden medaillewinnaar die zich laaft aan de huldiging in het Holland Heineken House.

Ons olé, olé, olé blijft uit. Hij is niet van onze partij, maar met Jozias van Aartsen zijn ook wij van mening dat de school een taak heeft in de opvang van ons kroost, in de uren dat wij het werkritme aan de lessen hebben aangepast. De papierwinkel die we zelf moeten indienen om de vakantie van één van onze nazaten luttele uren eerder te laten ingaan omdat Transavia.com onze vlucht dan voor 300 euro goedkoper in de aanbieding heeft, steekt bovendien schril af bij het gemak waarmee heel groep 6 voor een ochtend van de leerplicht wordt ontheven. Maar, bezweert onze zoon, wij (zijn ouders) hebben geen probleem, want hij kan best een dagje alleen thuis blijven.

Het experiment met zijn alleen overblijven op de maandag- en donderdagmiddag is in zoverre geslaagd te noemen, dat we nog geen enkele keer onze woonhuisverzekering hoefden aan te spreken. Maar niettemin zijn er wel wat ontwikkelingen die ons zorgen baren. Het bezorgde telefoontje dat wij om beurten naar hem plegen rond een uurtje of half één, wordt in de regel overstemd door het geblèr van de programma’s op Jetix en het gepiep van de computer. (Uit de broodkruimels in het toetsenbord had ik al opgemaakt dat hij zijn vooraf geprepareerde lunch niet aan de eettafel geniet). En op ons belangstellend informeren naar zijn welbevinden en de vorderingen op school krijgen we in de regel afwezige antwoorden. Wat? Ja. Wat? Goed. Wat? Ook goed. Enig enthousiasme is pas in zijn stem te bespeuren als we aankondigen dat we moeten gaan ophangen. Als er tussen de middag meer dan twee keer wordt gebeld, legt hij de telefoon (zonder hem eerst uit te drukken) naast de houder, waarmee verdere communicatie met ons huis de rest van de dag onmogelijk wordt.

Een hele dag alleen thuis, hoe stelt hij zich dat voor? Uitslapen, natuurlijk. En dan tot een uur of twaalf in zijn pyjama een beetje rommelen, beetje computeren, beetje tv-kijken, beetje lego-en. Dan een lichte lunch, waarna het ochtendprogramma – maar dan in zijn kleren – kan worden herhaald. Mooiste dag van zijn leven, vast.

En waarom zou je die verzieken met uitslapen? Die vrijdag zit hij al om kwart over zeven, klaarwakker en stuiterend van de adrenaline, bij ons aan de ontbijttafel, om achtereenvolgens zijn zus, mijn vrouw en mij het huis uit te kijken. Uit telefoontjes rond tien en twaalf uur valt te reconstrueren dat hij al spoedig na ons vertrek de doos met Haribo Kindermix heeft ontdekt en dat de lege pakken Dubbelfrisss zich bij de achterdeur – met de verpakkingen van stroopwafels en repen Kinderbueno – aan het opstapelen zijn. Beelden van documentaires over de sociale dienst die zwaar vervuilde cliënten uit hun woning uitgraven, dringen zich aan ons op.

Zelf bel ik rond één uur, altijd een beetje nerveus sinds die keer dat hij met een vriendje alleen thuis was en mij liet weten dat ze – met mijn draadloze accuboormachine – op zolder ‘aan het boren’ waren. Ook nu is er weer sprake van grote opwinding. ,,Pap, pap!”, schreeuwt hij door de telefoon, in alle euforie ook de woorden die daarna komen steeds twee keer herhalend. ,,Er belt net iemand van de Lotto! We hebben vast een prijs gewonnen!!”

Mijn vaststelling dat we niet eens meedoen met de Lotto, zorgt maar heel even voor ontnuchtering.

Het zou ook te gek zijn geweest; ook nog eens de Lotto winnen, op de mooiste dag van je leven.

 

Uit de krant van 21 februari 2006.