Na een lange, warme zomervakantie wil er nog weleens eentje uit een schoolrugzak opduiken: een goed gevulde broodtrommel met overgeschoten pistoletjes. Eentje met brie en de ander met grillworst, maar allebei overwoekerd met de grijsblauwe schuimlaag van het bederf. Aan de zijkant borrelt iets bruins onder de wikkel van een gesmolten KinderBueno. Je probeert jezelf voor te bereiden op de stank als je voorzichtig het tupperwaredekseltje opent, maar wanneer de lucht zich met een vochtig gesis naar buiten blaast, sla je toch nog kokhalzend tegen de grond.
Maand: maart 2010
Mannen in supermarkten, dat heeft altijd iets treurigs. De verveling waarmee ze over hun karretje hangen, de ergernis waarmee ze bij het schap met wasmiddelen met hun vrouw staan te bellen (‘Ik zie helemaal geen Robijn Fleur en Fijn!’). Nee, dan de monterheid waarmee ik me langs de voorraden beweeg, iPhone in de linkerhand, programma opengeklikt op mijn digitale boodschappenhulp ‘Appie’ (‘Kan ik je helpen?’), op het touchscreen producten wegstrepend die al in mijn karretje liggen of scrollen naar wat nog moet gebeuren. Zó horen mannen boodschappen te doen.