1014007546-f58fcb5aDe tickets zijn besteld in de periode dat de Eindejaarsbijlage terugblikte op de Tripoli-ramp, waarbij kinderen opeens wees en ouders plotsklaps kinderloos werden. Maar bij ons zal het toch niet zo’n vaart lopen, tijdens de eerste vliegreis zonder onze nazaten? Nou, mooi wel, schiet het door me heen, als ik ergens boven de Pyreneeën ruw wordt gewekt uit mijn ochtendslaapje door een toestel dat bokkend en schuddend de moeder aller turbulenties ondergaat.

Het leek zo’n goed idee, om de vijftigste verjaardag van mijn vrouw te vieren bij onze rentenierende vrienden in Spanje. Lekker weg van grapjurken die een metershoge Sarah in onze tuin gingen zetten, van de A4’tjes met een scabreuze foto op de lantaarnpalen tot op kilometers in de omtrek van ons huis, van drollige felicitaties in het huis-aan-huisblad, spandoeken aan de gevel met een oproep om vier keer te toeteren en T-shirts met teksten als ‘Ik ben vijftig, maar alles doet het nog’.

Nee, Spanje was een uitstekende vluchtroute.

Alleen het ‘O, ga jij ook mee dan?’ van mijn vrouw was voor mij even een domper, al hield ze naderhand stug vol dat haar enige overweging om mij thuis te laten de kinderen (14 en 18) betrof.

Maar logistiek was dat voor die geplande vier dagen goed te regelen: donderdag pannenkoeken en poffertjes uit de magnetron, vrijdag pizza, zaterdag patat en zondag een kant-en-klaarmaaltijd. Het risico dat ze elkaar halverwege deze periode de hersens gingen inslaan, werd ongetwijfeld afgedekt door het justitieel apparaat.

Als je maar niet alleen meegaat om daar op de racefiets te klimmen, kreeg ik zelf nog een aanvullende voorwaarde voor mijn kiezen.

Eén keertje maar, en alleen als mijn rentenierende vriend erop aandringt, beloofde ik, terwijl ik stiekem twee setjes wielerkleren in een apart koffertje stopte.

We gingen weg zonder de plichtplegingen die ik vooraf in mijn angstdromen op een rijtje had gezet: het uitwisselen van de wachtwoorden van onze girorekening, de vindplek van de map met het testament en de papieren van het huis, de mededeling wie van mijn zussen het afwikkelen van de nalatenschap en de voogdij op zich zou nemen en nog meer van die handelingen waarvan ik elke keer weer een brok in mijn keel kreeg. Ik zou mijn kinderen nooit zien opgroeien.

Maar eigenlijk ging het best goed, nadat we de turbulentie hadden overleefd. Af en toe kwam er, op de mobiel van mijn eega, een paniekerig sms’je binnen van een enkel Kaïn en Abel-momentje in de huiselijke kring, maar dat was niets wat zij niet op eigen kracht kon afhandelen. Verder genoot ze volop van onze eerste kinderloze trip in achttien jaar. Alleen toen ik op haar vraag ‘Vind jij het nou anders, zo zonder kinderen’ na drie dagen iets te eerlijk antwoordde, viel ze even uit haar rol. ,,Ja, logisch, jij gaat altijd je eigen gang!”

Verder mocht ik inderdaad twee keer fietsen omdat er ook een apart vrouwenprogramma was opgesteld en trok ik maar heel eventjes een pruillip toen een derde keer niet doorging omdat er zo nodig een amandelbloesemtocht moest worden gelopen.

Op de terugweg was er wederom zo’n Tripoli-moment, toen we zondagavond met windkracht 7 en uitschieters naar ver daarboven, schommelend en klapwiekend op onze nationale luchthaven aanstuurden, waar de piloot ons met een Turkish Airways-achtige klap op de landingsbaan zette voordat hij vol in de remmen ging.

Jammer dat daar tegenwoordig niet meer voor wordt geklapt.

 

Uit de krant van 10 februari 2011.