imagesAan het traditionele beeld van het tweeverdienersgezin waarin de moeder het huilende kroost van haar rokken schudt als ze op een zaterdagmorgen naar haar werk gaat, wordt bij ons thuis niet helemaal beantwoord. In de regel duwen de twee nazaten de vrouw die hen gebaard heeft met zachte drang naar buiten, waarbij de kleinste (2 jaar) haar op de drempel nog weleens wil toevoegen: “Wegwezen. Ga naar de bieb.”

De tijd om haar na te zwaaien nemen ze niet, want nog voordat de auto van de parkeerplaats is gedraaid zitten ze allebei met een wezenloze uitdrukking op het gelaat voor Kindernet. Dat krijg je met voorrechten die ze alleen genieten als mama er niet is. Tijdens de twee van de drie zaterdagen die mijn echtgenote niet werkt, zuchten ze onder de richtlijn die ooit eens voor minderjarige leden van ons gezin is vastgesteld: geen televisie voor 18.00 uur en na 19.30 uur ’s avonds. Aan de avondklok van half acht wordt op vrijdag- en zaterdag wel getornd, ochtendtelevisie is zeven dagen per week uit den boze.

Doordat onze werktijden een groot deel van de week op elkaar aansluiten, hebben we een aantal erkende nadelen van het tweeverdienersgezin uitgebannen. Als ik op dinsdag- en donderdagmiddag zorg dat ik om half vier thuis ben, gaat mijn echtgenote naar haar werk. En ook op één van de drie zaterdagochtenden staat het kroost onder mijn leiding. Of, zoals mijn vrouw beweert, het gebrek daaraan.

Want zodra moeders de deur uit is, leven we als eenoudergezin. En wat dat betekent heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek uiteengezet in het rapport ‘Jeugd 1999, feiten en cijfers’. Kinderen die opgroeien in een eenoudergezin zijn vaak ontevreden over hun leven. Ze piekeren meer over hun ouders dan leeftijdgenoten, gebruiken meer drank en drugs, eten ongezonder, gaan te laat naar bed en hebben een grotere kans in de criminaliteit te belanden. Als de belangrijkste oorzaken worden het gebrek aan toezicht en controle gezien.

Nadat ik een keer in een moment van zwakte op de zaterdagmorgen het aanzetten van de televisie toestond, wordt dit als een vanzelfsprekendheid beschouwd. De warme maaltijden worden op dinsdag- en donderdag niet aan de eettafel, maar voor de televisie afgewerkt, met de borden op schoot of op gemproviseerde stellages als het op zijn kop gezette onderste deel van de kinderstoel. Erwtensoep met pizza is het favoriete menu.

‘Mijn’ zes uur journaal wordt vervolgens nog welwillend ingepast in het rijtje Sesamstraat, Jeugdjournaal en Klokhuis, maar daarna ben ik op dinsdag aan de heidenen overgeleverd met de programmering van de EO en de NCRV. Favorieten zijn tegenwoordig ‘Gestrand!’ (gevarieerd leed van vakantievierend Nederland, met als hoogtepunt auto-met-caravanongelukken) en (als de kleinste naar bed is) de medische programma’s ‘Intensive Care’ of ‘Ingang Oost’. Vanachter mijn defensief opengeslagen krant krijg ik van mijn 7-jarige dochter gedetailleerd beschreven hoe verkankerde oogbollen worden ingekapseld met uraniumplaatjes, gebroken ledenmaten worden blootgelegd en weer aan elkaar geschroefd en wandelende nieren in de buikholte tot staan worden gebracht.

Op donderdagavond blijkt het maar een kleine stap van de wandelende nieren van de EO naar de wandelende darmen van de TROS: Ron Boszhard en Bert Kuizenga. Het begon allemaal met Spel zonder Grenzen, dat met een aanvangstijd van 19.00 uur mijn dochter een passend excuus bood om tot de klok van half negen op te blijven. Toen deze reeks was afgelopen voorzag de TROS in passende vervanging. Sinds die tijd kijk ik met de nazaten naar Pluk de dag (van Boszhard, die ze nog kennen als presentator van Spel zonder Grenzen) en daarna naar Blind Date van Kuizenga, een programma waarin overgeschoten midden-dertigers aan de hand van een reeks suggestieve vragen een keuze moeten maken uit drie potentiële partners, eveneens uit de categorie ‘niet op een op normale manier aan een relatie te helpen’.

Kan het Centraal Bureau voor de Statistiek eens onderzoek doen naar het welbevinden van de vader uit het eenoudergezin? Bij de feiten en cijfers uit ‘Jeugd 1999′ heb ik zo mijn twijfels. De afgelopen week was mijn vrouw ziek thuis en leefden we weer helemaal zoals het hoort. Er werd aan tafel gegeten, gekeken naar verantwoorde programma’s en om zeven uur ging de televisie uit voor een verhaaltje uit het voorleesboek.

Het was niet uit warme belangstelling voor haar gezondheid dat de twee nazaten opvallend vaak informeerden wanneer hun moeder weer aan het werk denkt te gaan.

 

Uit de krant van 26 april 1999.