meatballsEn zo – eindigt het verhaal – komt het dat elk jaar op 30 april zeehonden voor de Katwijkse kust opduiken om te kijken of…

Maar laat ik bij het begin beginnen. Of ik wel eens van de gehaktballen van Hare Majesteit heb gehoord?, wil de oude garde van onze ijsclub (sinds 1893) minstens één keer per jaar van me weten. Steeds weer knik ik van ‘ja’, maar als de fles eenmaal op tafel staat moet ik dit staaltje Oranjebitter tot de laatste druppel leegdrinken.

We keren terug naar Koninginnedag 2000, als onze mooie gemeente Katwijk is uitverkoren om – in combinatie met de universiteitsstad waar Beatrix haar opleiding genoot – onze vorstin en haar familie te ontvangen. Onze liefde voor het Koningshuis staat buiten kijf: de grootste Oranjeverenigingen van het land bevinden zich binnen onze dorpskernen en er kan geen Oranjetelg worden geboren of geen lid het leven laten, of er reist wel een cameraploeg van Hart van Nederland naar ons winkelgebied om de roerselen van de stem des volks vast te leggen. En nimmer stellen wij daarin teleur. We halen ons beste accent uit de kast, ballen onze knoestige knuisten tot vuisten en geven met oprechte, eenlettergrepige woorden weer wat op ons hart ligt.

Toch wordt Koninginnedag 2000 ook gezien als een middel om onze gemeente op de kaart te zetten. En een enkeling heeft zelfs oog voor het economisch aspect. Onze ijsclub legt een kunstbaantje aan, waar onze kroonprins nogmaals kan laten zien dat hij het Elfstedenkruisje waardig draagt. En voor de honderdduizenden bezoekers die onze gemeente op deze heugelijke dag mag begroeten, zijn er 20.000 gehaktballen ingeslagen om tegen een billijke vergoeding de hongerige magen te vullen.

Wie mocht denken dat de staf van Hare Majesteit de regie van Koninginnedag strak in handen heeft, komt bedrogen uit. Het is de NOS, die ons al decennialang opzadelt met het beeld van een Nederland dat nog aan de wederopbouw moet beginnen. Waar het verenigings- en bedrijfsleven al maanden probeert onze woonplaats neer te zetten als een dynamische en bruisende gemeenschap die met beide benen in de 21e eeuw staat, maken cameraploegen in de aanloop naar 30 april alvast sfeeropnamen in onze Godshuizen, waar een slaafse koster op aanwijzing van de regisseuse nog wat stoeltjes rechtzet en de Statenbijbel afstoft.

Ook onze geïmproviseerde kunstijsvloer – nachtenlang door vrijwilligers bij toerbeurt bewaakt – haalt de tv-uitzending niet. De NOS duwt Willem-Alexander en zijn gevolg direct door naar het spuitvoetbal, onze lokale variant van het wc-pot werpen.

En de 20.000 gehaktballen?

De hele week is het in de aanloop naar Koninginnedag schitterend weer geweest. Als onze ijsclub zich al ergens zorgen om maakt, is het over de vraag of we wel genoeg snacks hebben ingeslagen om aan de ongetwijfeld enorme vraag te voldoen. Maar op de grote dag zelf regent het pijpenstelen, blaast een gure wind de blaasontsteking onder de rokjes van zingende basisscholieren en zoeken de in veel minder groten getale opgekomen bezoekers een veilig heenkomen als de Koninklijke stoet met binnenstebuiten geklapte paraplu’s is gepasseerd.

Wat moeten we met 20.000 gehaktballen die, om de snelheid er bij het verwarmen een beetje in te houden, van te voren zijn ontdooid?

Voor het waarheidsgehalte van deze anekdote sta ik vanaf dit punt niet meer in, maar elk jaar wordt mij verzekerd door sprekers van verschillende komaf dat gefrustreerde vrijwilligers ze met bakken tegelijk in de branding hebben gegooid.

En zo komt het dat elk jaar op 30 april nog steeds zeehonden voor de Katwijkse kust opduiken om te kijken of er nog een gehaktballetje kan worden gescoord.

Ja, ook zij gaan u missen, majesteit.

 

Uit de krant van 31 januari 2013