Als een man de badkamerdeur achter zich op slot draait, is dat een belangwekkend signaal voor de rest van het gezin. Hier houdt d gepredikte openheid even op. Met enige aarzeling zet ik de Philishave Turboyac T863 op mijn kuit en druk op het knopje dat de tondeuse in werking zet. Tot nog toe heb ik weerstand kunnen bieden aan het ritueel waaraan kortgerokte leden van de andere sekse en wielrenners zich bij het eerste lentezonnetje overgeven: het scheren van de benen. Maar er is iets wat me dit jaar over de streep helpt. Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat 79 procent van de vrouwen vindt dat de man delen van zijn lichaam moet trimmen. Erger nog: voor 47 procent van de vrouwen is de overdosis haar bij de partner zo groot dat ze zich voor hem schaamt op een strandvakantie


Voor wielrenners zijn er enkele praktische redenen voor het scheren van hun benen. De gemiddelde broodfietser kwakt minstens één keer per week met vijftig kilometer per uur tegen het asfalt en het behandelen en afplakken van die wonden gaat gemakkelijker als er geen weelderige bossen haar in de weg zitten. Verder laten gladde benen zich makkelijker masseren en is de kans dat haarvaatjes ontsteken door de massageolie geringer. De keren dat ik zelf met de racefiets val gebeurt dat vrijwel altijd uit stilstand, als ik mijn schoenen niet snel genoeg uit de pedalen kan klikken. Gemasseerd word ik nooit. Waardoor er eigenlijk maar één echte reden is om mijn benen te scheren. Erbij horen. Bij het fietsen in een groep de fluistering ‘Dat is een echte’ laten rondgaan. (‘Hij scheert zijn benen.’)

De drempel om mijn benen te scheren is niet hoog. Door het jarenlange schuren van spijkerbroeken en kledingstukken van ander ruw materiaal, is de haargroei onder mijn knie te verwaarlozen. Hier en daar heeft een schamel sprietje weten te overleven (in de knieholte, bijvoorbeeld), maar dat doet vooral lachwekkend aan. Het probleem begint rond de knieën en hoger, en daarmee verval ik meteen in het aloude dilemma van de benenscheerder: waar houd je op? De wielerbroek komt al bijna tot aan de knie waardoor het actieve scheergebied – als het alleen om imponeren in het peloton gaat – beperkt kan blijven. Maar hoe moet dat op het strand? Ga ik door tot de bikinilijn van mijn zwembroek met pijpjes? Nóg hoger is zéker geen optie, omdat ik daarmee traumatische herinneringen oproep aan een medische ingreep ter voorkoming van nog meer nageslacht.

Het onderzoek dat onder het kopje ‘Vrouwen schamen zich voor harige man’ de krant heeft gehaald, is niet helemaal onomstreden. Het is uitgevoerd door Philips dat onlangs de Bodygroom uitbracht: een scheerapparaat voor het hele lichaam. Eerst zou het alleen in Engeland (waar de man kennelijk dichter bij de apen staat dan op het vasteland) op de markt komen, maar nu uit onderzoek is gebleken dat ook de Nederlandse vrouw walgt van overmatige lichaamsbeharing is het ding hier ook verkrijgbaar.

Voorlopig behelp ik me nog met de Philishave Turboyac T863, die wel wat wegheeft van de bodygroom. Ik haal deze baardtrimmer op de kleinste tondeusestand elke zondagmorgen over mijn wangen en m’n kin, om de rest van de week een ongeschoren indruk te kunnen maken. Het apparaat doet het ook uitstekend op benen, ontdekte ik, toen ik in een balorige bui de tandjes op mijn linkerdij zette. Ik bleef er maandenlang een kale plek houden. Nu verwijder ik alle loslopende haren tot de rand van mijn wielerbroek (van de zomer zie ik wel verder) en toon, de badkamerdeur mag ervoor van het slot, het resultaat aan mijn eega. Haar reactie valt – gelet op het gebruik van de kwalificatie ‘mietje’ – een beetje tegen. In de tijd die ik in de badkamer doorbracht blijkt het beeld van de hedendaagse man kennelijk weer bijgesteld. Trendwatchers schilderen hem nu af als een levende eendagskuikens verslindende baardaap, die brullend door het bos loopt totdat hij tegen een tap met Bavaria-bier aanloopt.

Ik zak op mijn onthaarde kuiten om de hemel te prijzen voor mijn voorzichtigheid met de Turboyac.

Boven de knie ben ik nog een echte kerel.