frontAls Halo 4 spelen op de Xbox360, onderuitgezakt op de bank hangen en chips eten een eerzame professie was, waren we er al uit. In die combinatie van bezigheden heeft hij de afgelopen jaren een zeldzame graad van perfectie bereikt. Maar zolang de samenleving andere eisen stelt aan onze zoon (16), loop ik met hem informatieavonden af voor een vervolgstudie na zijn vwo.

Op enige aansluiting van zijn belevingswereld bij de harde wetten van de maatschappij heb ik mijn jongste nazaat zelden kunnen betrappen. Zelfs de gebruikelijke fascinatie voor beroepen als brandweerman, buschauffeur en piloot ontbrak, al heeft hij rond zijn twaalfde levensjaar wel eens iets gemompeld als ‘zakenman worden’ wanneer hem werd gevraagd wat hij wilde gaan doen als hij groot was. Een uitgewerkt bedrijfsplan noch uitgekiende marketingstrategie lagen aan deze ambitie ten grondslag.

Bij het vorderen van de puberteit meende ik in hem een advocaat te herkennen, een gedachte die voornamelijk werd gevoed doordat hij bij elke poging van zijn moeder hem in het keurslijf van onze opvoeding te dwingen, werd geconfronteerd met de vraag of het hier een regel of een richtlijn betrof. Zijn vlotte babbel en een voorliefde voor de graaicultuur completeerden dit beeld.

Voor onze eerste stop op de studiekeuze-informatieavond die in een naburige scholengemeenschap wordt gehouden, hebben wij – zijn ouders – dan ook Rechten aangekruist. Zijn aanvankelijke voorkeur Archeologie heeft het bij gebrek aan toekomstperspectief niet gehaald en voor het door mij geopperde Criminologie kreeg ik bij hem de handen niet op elkaar. Daar had ik wel enig begrip voor. Zolang je vader moet opdraven om een grote spin in je kamer te elimineren, kun je je maar beter niet overgeven aan het bestuderen van het kwaad.

Maar het recht – dat uiteraard wel zijn loop moet hebben – heeft ook zijn bedaagde kanten. Het door hem geopperde Notariaat haalt het niet – geen droog brood meer in te verdienen – maar in Internationaal en Europees recht zit zeker perspectief, begreep ik van ingewijden.

De tweedejaarsstudente die Rechten aan ons moet verkopen – daar krijgt zo iemand studiepunten voor, weet onze dochter – kwijt zich voor een bomvol lokaal een beetje routineus van deze taak. Ze wijkt in bijna niets af van de teksten die ook via de beamer tot ons komen en is – bij gebrek aan vragen uit het publiek – een kwartier voor het afgesproken tijdstip al klaar. Waarom zou ze meer moeite doen? Rechten loopt toch wel vol. Vanaf 2013 moet er waarschijnlijk zelfs voor worden geloot.

De volgende stop is Politicologie – onder licht protest van zijn kant eveneens door mij op de keuzekaart gezet. Het is de droomstudie die ik zelf nooit heb gevolgd, en nu heb ik een zoon die alles goed gaat maken. De nozem die met een reclamepraatje het vak promoot, staat geheel aan mijn kant. Hij heeft een blauwe maandag op de Pabo gezeten, daarna een paar maanden bedrijfseconomie gedaan, om zich vervolgens drie jaar lang te wijden aan een studie basgitaar aan de Rockacademie in Tilburg.

Kijk, dan ben je geen prutser.

Nu is hij volledig gegrepen door Politicologie, de richting die volgens een boze tong in mijn omgeving de grootste zuiplappen en nietsnutten van de universiteit onderdak biedt.

Een betere aanbeveling kun je een 16-jarige niet meegeven.

Het door de nozem eveneens aangeprezen IBO (Internationale Betrekkingen en Organisaties) lijkt onze zoon niettemin ook wel wat.

We hebben nog even om de knoop definitief door te hakken – hij doet pas in 2014 eindexamen – waardoor er anderhalf jaar kan worden gekauwd op een argument dat ik hem na zorgvuldige bestudering van de overvolle klas aan de hand doe.

Bij Rechten zitten de leukste meissies.

 

Uit de krant van 22 november 2012.