willem-a-700x394De nacht daalt over villa De Eikenhorst als hij op kousenvoeten de trap naar de zolder neemt. Max en de meiden liggen al op één oor, de lakeien doen nog een afzakkertje aan de keukentafel en de nieuwe koning heeft even een momentje voor zichzelf. Zacht opent hij de deur naar wat bij het gewone volk een mancave heet – maar hij gewoon zijn jongenskamer noemt – om het doosje uit de vitrine te halen voor het kleinood dat zojuist nog tussen alle andere onderscheidingen op zijn jacquet prijkte. Bijna teder legt hij het Elfstedenkruisje terug op zijn plek.

Het is niet zijn aversie tegen het protocol, de verlegenheid die hem bij het spreken in het openbaar woorden laat verhaspelen of zijn voorliefde voor hockeymeisjes die Willem-Alexander als koning zo menselijk maken. Net als elke enthousiaste liefhebber koestert hij de sporttrofeeën die in het zweet zijns aanschijns zijn veroverd. Allemaal mooi en aardig, het ordelint en de borstster van de Militaire Willemsorde, en niks ten nadele van het Grootkruis in de Orde van de Nederlandse Leeuw of de Orde van de Eikenkroon van Luxemburg. Maar daar heeft hij weinig voor hoeven uitspoken. Voor het Elfstedenkruisje stond in 1986 het bloed in zijn schaatsen.

Toen hij nog geen verkering had, lag het gewoon op het dressoir van zijn huis aan het Noordeinde in Den Haag. Maar na zijn huwelijk en de verhuizing naar De Eikenhorst heeft hij het veilig opgeborgen. Vrouwen hebben niks met lintjes en medailles. Voor je het weet belanden ze eerst in het bakje van de keukenlade, waarin oude sleutels, veiligheidsspelden en magneetjes voor de koelkast een plek vinden. Om op een kwade dag in de grijze vuilcontainer te worden gegooid die de huismeester elke dinsdagmorgen naar het eind van de oprijlaan rijdt.

Bijna al zijn vrienden kunnen er over meepraten. Een enkeling was zo slim om zijn trofeeën in veiligheid te brengen op het werk. Hij prijst zich gelukkig met zijn jongenskamer. Hier ligt het veilig bij zijn lintjes voor de avondvierdaagse van Lage Vuursche en de medaille van de Ronde van Giet-hoorn.

Hij zou ze het liefst bij de inhuldiging allemaal hebben opgespeld, als die sikkeneurige Grootmeester van het Hof het niet had verboden. Wat nou, het protocol? Heb je gezien wat die gozer uit Brunei allemaal op zijn jasje had gespeld, dinsdagmiddag in de Nieuwe Kerk? Daar zaten heel wat carnavalsonderscheidingen bij, als je het hem vraagt. Maar tegen het Elfstedenkruisje kon de Grootmeester niks inbrengen. Dat is in december 2012 erkend door de kanselarij der Nederlandse Orden als officiële onderscheiding.

Er speelt een glimlach rond de lippen van de koning. Ja, dat heeft hij toch maar mooi voor elkaar gekregen.

 

Uit de krant van 2 mei 2013.