Selfie-stickAan alle geneugten des levens hangt een gruwelijk prijskaartje. Ga maar na: obesitas (lekker veel eten), longkanker (roken), geslachtsziekten (veelwijverij), gameverslaving (computeren), eksterogen (naaldhakken) en domheid (hardlopen). Die laatste heb ik van Emile Ratelband, dus het wetenschappelijke gehalte kan niet worden betwist. En nu draagt het maken van selfies ook nog bij aan de verspreiding van hoofdluis.

Het kon natuurlijk niet uitblijven, na de keuze van ‘selfie’ als Woord van het Jaar 2013. Aan veel van de concurrenten kleefde al een smetje. Kopschopper, koningslied, kweekburger, sletvrees, socialbesitas, voedselsjoemel, boekface, comakijken en knikkebolziekte. Allemaal narigheid. Maar de selfie – ‘een gefotografeerd zelfportret, meestal gemaakt met een digitale camera, een smartphone of webcam’ – was een onschuldig tijdverdrijf, waaraan zelfs de groten der aarde (Obama, Cameron, Thorning-Schmidt) zich overgeven.

Edoch, alles van waarde is weerloos.

Als het bij zelfportretten was gebleven, was de ellende nog te overzien geweest. Maar de selfie moest zo nodig verworden tot een groepsportret (groupie?), met minimaal twee of meer, vaak adolescente personen. En wat krijg je als die pubers de koppen bij elkaar steken? Een bruggetje – wat zeg ik, een ecoduct – waarover hoofdluis van de ene naar de andere haardos waggelt.

Sinds meneer Aart ons bij Sesamstraat als vertegenwoordiger van de Universiteit van Harderwijk de grootst mogelijke wetenschappelijke kletskoek op de mouw kon spelden, weten we dat één vage deskundige genoeg is om een misverstand in de wereld te helpen. Nu gaat het om Marcy McQuillen, expert bij het Amerikaanse Nitless Noggins. Dat is een behandelcentrum voor hoofdluis, onderdeel van de Lice Removal University, wat ongetwijfeld ook een dependance van de Universiteit van Harderwijk zal blijken te zijn. Normaal vindt McQuillen vooral hoofdluis bij basisschoolkinderen, maar de laatste tijd ziet ze een flinke toename van de kleine beestjes bij jongeren. Bij Nitless Noggins helpen ze je er ook voor een zacht prijsje weer vanaf (‘No Pesticides, No Chemicals’), maar dit terzijde.

Inmiddels weet ik ook dat dr. Richard J. Pollack, docent geneeskunde aan de universiteit van Harvard in Amerika (die bestaat, dit is geen prutser), het bericht belachelijk heeft genoemd. ,,Het is gewoon een slechte marketingstunt. Altijd als dit soort onbetrouwbare bedrijven een nieuwe vestiging openen, is er opeens een epidemie.”

Maar het kwaad is al geschied.

Mijn laatste selfie met twee jeugdige, vrouwelijke colporteurs van een lokale politieke partij voor de ingang van de Lidl tegenover mijn huis, dateert van afgelopen zaterdag.

En ik zit nu al een kwartier op mijn kop te krabben.

 

Uit de krant van 27 februari 2014.