stu8Er blijkt een zekere behoefte aan toelichting, nadat ik mijn bestelling – ‘Een koelkast met een vriesvak waar pizza’s in kunnen, een combimagnetron die pizza’s kan opwarmen, een pizzabord en een pizza-snijder, alstublieft’ – heb opgegeven. ,,Onze dochter gaat op eigen benen staan.”

Haar universiteit ligt op een half uurtje fietsen van het ouderlijk huis. Dus veel urgentie was er niet om zelfstandig te gaan wonen. Wel liet ze zich twee jaar geleden al inschrijven bij de belangrijkste huisvesters, waardoor ze genoeg punten had toen er iets beschikbaar kwam waar ze al een tijdje haar zinnen op heeft gezet: een fonkelnieuw complex op twee minuten lopen van het ziekenhuis waar ze Geneeskunde doet en op tien minuten fietsen van het gebouw waar ze haar andere studie, Klassieke Talen, volgt.

Ze is geen type voor een uitgewoond studentenhuis met gedeelde keuken en toilet, waarvan de muren met kisten bier overeind worden gehouden. Haar ruime studio op zeven hoog met een riant uitzicht over het Bio Science Park is van alle gemakken voorzien. En ze kon gisteren, toen ze haar sleutel kreeg, tussen twee colleges door zowaar nog een kwartiertje vrijmaken om haar ouders met tien liter Voorstrijk en twee kwasten op de onbehandelde gipsen wanden van haar woonruimte los te laten. Ergens volgende week zou het wel schikken als ze de overstap van haar meisjeskamer naar deze campus kon maken. ,,Het liefst voor de negende, want dan heb ik weer een tentamen. Redden jullie dat?”

Voor het papierwerk dat bij het verwerven van een nieuw onderkomen en de verhuizing naar een andere gemeente komt kijken, kon ze met moeite nog wel enige tijd vrijmaken. Maar voor zoiets aards als het uitzoeken van meubels was ze slechts na lang aandringen bereid een deel van de zaterdagmiddag op te offeren. En het regelen van alle benodigdheden met een stekker liet ze geheel aan mij over. ,,Ik weet dat je dat leuk vindt.”

Onze slaapkamer is nauwelijks meer te betreden door alle plastic tassen en dozen met kookgerei, handdoeken, lampen en serviesgoed die mijn eega daar na strooptochten onder de lokale middenstand heeft opgestapeld. Onder mijn bed ligt het laminaat voor haar vloer opgeslagen. En mijn auto ziet er na een laatste bezoek aan een doe-het-zelf-keten uit als de bedrijfswagen van een schilder die net een miljoenenorder heeft binnengehaald.

In het voorbijgaan mag onze oudste nazaat af en toe goedkeurend mompelen bij weer een nieuwe aanschaf, of mopperen als we het wagen tien minuten van haar tijd op te eisen om een keuze te maken uit de kleur van haar wanden of zonwering. Dat is toch eigenlijk niet iets waar iemand van haar statuur zich mee onledig zou moeten houden.

Deze donderdag – als ouders zijn we zo onbeduidend maatschappelijk actief dat we makkelijk een paar dagen vrij kunnen nemen – voorzien we de gisteren voorgestreken wanden van glasvezelbehang, morgen verven we dat en meteen daarna legt mijn handige zwager met zijn zoon het laminaat op de vloer. Zaterdag rijd ik met een boedelbak achter mijn wagen naar het geelblauwe woonwarenhuis om de geselecteerde meubels op te halen en naar de elektronicazaak om alles met een stekker in te laden. De rest van het weekeinde gaat op aan de inrichting. Als haar colleges en haar werk het toelaten – ze heeft ook nog een bescheiden baantje bij de bibliotheek – komt dochterlief ons wel een enkele keer bemoedigend toeknikken.

Als ze met haar oma de lijst met recent aangeschafte meubels, elektrische apparaten en keukeninrichting doorneemt, en grootmoeder met zekere verontrusting opmerkt dat dit wel een enorme bres in kleindochters spaargeld moet hebben geslagen, val ik ten prooi aan een hevige hoestbui.

Ja, de weg naar zelfstandigheid van het nageslacht gaat mij niet in de koude kleren zitten.

 

Uit de krant van 1 maart 2012.