aquarium-08Veel te lang heb ik mezelf wijsgemaakt dat vissen de ideale huisdieren zijn. Je hoeft ze niet uit te laten, ze maken geen herrie en je bouwt er geen emotionele band mee op. Die voordelen prevel ik zachtjes voor me uit, als ik voor de zevende keer de trap op wankel met een volle emmer water van – leve de thermostaatkraan boven het bad – precies 25 graden. Maar voorlopig overheersen alleen de nadelen van de hobby van m’n dochter. Dezelfde trap ben ik net ook al zeven keer afgelopen met emmers bruin afvalwater, zwaar verontreinigd slib en algengroen uitgeslagen steentjes. Ik neig altijd naar somberheid, tijdens de jaarlijkse aquariumschoonmaakdag.

Het belang van huisdieren moet niet worden onderschat. Afgezien van de aaibaarheidsfactor is het goed dat kinderen verantwoordelijkheidsbesef kweken voor de zorg en het onderhoud van het beest in kwestie. Voorafgaand aan de aanschaf van de levende have wordt omstandig bezworen dat het hiermee wel goed zit. Daarna begint de ellende. De keren dat ze ’s morgens vergeet om het licht en de pomp (die haar ’s nachts uit haar slaap hield), van haar aquarium weer aan te zetten, zijn niet meer op de vingers van één hand te tellen.

Het dagelijkse voeren schiet er zo vaak bij in dat de vissen denken dat mijn dochter de uitvindster van de balansdag is. En de luxaflex die moet voorkomen dat het winterzonnetje vol in de bak schijnt, draait ze niet dicht, waardoor we zijn geconfronteerd met een algenplaag van ongekende omvang. Als je je vingers tien centimeter boven het water houdt om er wat voer in te strooien, slaat je hand zo groen uit dat je elk moment verwacht uit je blouse te scheuren, om de rest van de dag als de Hulk door het leven te gaan.

Tot zover het klein onderhoud. Wat er gebeurt als je het groot onderhoud van een aquarium uitbesteedt aan een generatie met weinig verantwoordelijkheidsbesef? Dat merkte mijn zus toen ze op een bedaarde zondagmiddag in de kamer zat te lezen en er opeens water langs de ramen droop. Dat was nog niet eens zo gek, in dit klimaat van ons, maar toen er daarna ook steengruis en waterplanten tegen het glas geplakt zaten, bleek dat zoonlief de inhoud van zijn zeventig-literbak via het zolderraam naar buiten aan het pompen was.

Voor het vullen had hij nog iets handigers bedacht. Eén broertje bij de kraan om de slecht passende slang op zijn plek te houden, ééntje halverwege de trap en hijzelf bij het aquarium om het teken te geven waarop de watertoevoer even kon worden onderbroken door de slang dubbel te vouwen. Op het moment dat het broertje halverwege de trap op commando de slang dubbel vouwde, sloot de aansluiting bij de kraan los, waardoor het water bij mijn lezende zus niet alleen langs de ramen, maar ook door het plafond kwam. Allemaal redenen waarom ik zelf de emmers water omlaag sjouw en de drab uit de bak schep die zich het afgelopen jaar heeft gevormd door een combinatie van rottende plantenresten, dode vissen en overvloedig voeren.

Huisdieren zorgen voor meer ellende dan je lief is. De dierenwinkel waar ik zojuist nieuwe steentjes voor het aquarium kocht, nam liefdevol de papegaai op van een klant die naar het verpleeghuis moest. Toen bleek dat het ding aan de lopende band – en heel natuurgetrouw – de scheten en boeren van zijn voormalige (vrijgezelle) eigenaar wist te imiteren, moest deze klantenbinder zo snel mogelijk de zaak uit.

Negentien jaar verleenden wij onderdak aan een kat waar onze nazaten – in de periode dat ze hem bewust meemaakten – niet naar omkeken. Sinds we afgelopen zomer onze vrienden in Spanje een asielkatje cadeau deden, is deze Oscar de liefste van de wereld. En zeuren ze zelf ook om een poesje.

Geen denken aan, besluit ik ferm, terwijl ik de laatste emmer water leeg in het, inmiddels met (niet van echt te onderscheiden) plastic planten onderhoudsarm gemaakte, aquarium.

Oscar is voor mij het ideale huisdier.

In juli mogen ze weer drie weken naar hem toe.

 

Uit de krant van 21 maart 2006.