In de klap waarmee de voordeur in het slot valt, echoot de teleurstelling. Ze hoort het schurende geluid van zijn wijde pilotenbroek als hij door de gang sloft, zijn helm en zuurstofmasker aan de kapstok hangt en met gebogen schouders de woonkamer binnenkomt. ,,Dag schat, lekker gevlogen?”, vraagt ze tegen beter weten in.
Al een paar weken ben ik in gedachten bij de twintig Nederlandse F16-vliegers die meededen aan de oefening Red Flag in de Verenigde Staten. Om het jaar meten zij boven de Nevadawoestijn hun krachten met de internationale concurrentie en de evaluatie van onze jongens loog er dit keer niet om. ,,Het verhaal is vrij simpel. Tegenover moderne wapensystemen hebben we geen kans meer om doelen uit te schakelen”, liet kapitein-vlieger Stefan-zonder-achternaam van het 312-squadron weten. Tegen de nieuwste, vijfde generatie gevechtskisten uit de VS was hij alleen maar bezig geweest met overleven. Zoals Fokker-vliegeniers zich in de eerste vijf dagen van onze Tweede Wereldoorlog geen raad wisten met de Duitse Messerschmidts.
De boodschap is duidelijk. Waar politici bakkeleien over de kosten van de opvolgers van de F16 hebben onze piloten behoefte aan één ding: goeie spullen. De concurrentie loopt vandaag de weer deur plat bij minister Jeanine Hennis-Plasschaert, maar voor de legertop is er maar één keus: de Joint Strike Fighter.
Met twee toestellen van de vijfde generatie kunnen we Mali bevrijden. Met zes van die dingen een No fly-zone boven Syrië handhaven. Doe er een paar tankvliegtuigen bij en we neutraliseren de nucleaire krachtpatserij van Noord-Korea en Iran. De F16’s waarmee we onze piloten nu de lucht in sturen, zijn alleen geschikt om met hun warmtezoekende camera’s weggelopen 16-jarige pubers op te sporen. Moet je wel de mazzel hebben dat er geen loszittende onderdelen in een Vinex-wijk terechtkomen.
Bij de marine zijn ze nog steeds niet helemaal hersteld van het politieke gemekker over de aanschaf van de Tomahawk-raket, in 2004 en 2005. Daarmee kun je vanuit het Engelse Kanaal de papegaai van de schouder van een piraat schieten die voor de kust van Somalië in zijn bootje dobbert. Goeie spullen. Ze kosten een paar centen, maar het scheelt een eind varen.
Als man met een kostbare hobby heb ik een zekere ervaring in de discussie met vrouwen – in dit geval Jeanine – over de aanschaf van goeie spullen. Altijd beweren dat je korting hebt gekregen en consequent veertig procent van de aanschafprijs af liegen. En als dat niet helpt: mokken. Zo nodig maandenlang.
Maar gelet op het feit dat de evaluatie van de internationale oefening Red Flag de krant van Wakker Nederland mocht halen, is de legertop daar al mee begonnen.
Uit de krant van 18 april 2013.
Reacties kunnen niet achtergelaten worden op dit moment.