Dat doen kinderen soms. Een kwartier lang met iets duurs tegen de grond meppen en dan met een beteuterd gezicht naar hun ouders lopen. ,,Hij is stuk.” Met een dochter van vijftien krijg je variaties op dat thema. ,,Mijn computer is vastgelopen. Wil jij er even naar kijken, pap?” Nee, ze heeft er geen kwartier mee op de grond geslagen. Maar als je wekenlang met een – waarschijnlijk door een trojan horse – uitgeschakelde virusscanner over het internet surft en alles downloadt en uitpakt wat de stichting Brein verboden heeft, hoeft dat ook niet. Dan gaat-ie ook stuk, ja.
Als ze een middeleeuws kampement moeten optuigen in The Battle for Middle Earth of een wagenparkje met politiewagens moeten vernietigen in GTA4, hoef je ze niks te vertellen. Wekenlang worstelen ze met opties en codes om de spellen tot in de finesses te beheersen. Maar – en dat is nu bevestigd door een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) – zodra het aankomt op basale ICT-taken, vallen tieners terug op hun vader. Het liefst op de meest ongelegen momenten. Als er tegen twaalf uur ’s nachts of om zeven uur in de ochtend dringend een werkstuk moet worden afgedrukt en de inktcassettes van de printer alleen nog een laatste druppeltje magenta uitspugen. Of als er een crack moet worden gevonden voor een gekopieerd spel, als je net met een krantje in de bank hangt. Of, zoals in dit geval, wanneer ze hun complete pc laten vastlopen, als je net je wielrenkloffie hebt aangetrokken om te oefenen voor de Joop Zoetemelk Classic.
Alle op haar monitor geopende schermen – ik schat zo’n 15, maar omdat ze elkaar deels overlappen kunnen het er ook 55 zijn geweest – op haar monitor zijn bevroren en ik zie geen enkele andere mogelijkheid dan mijn toevlucht zoeken tot regel 1 van verantwoord computerbeheer: het vijf seconden ingedrukt houden van de aan- en uitknop. Het beeld schiet op zwart. ,,Hé”, roept mijn dochter, ,,wat doe je nou? Dan moet ik straks alles weer opnieuw openen!”
Als het gaat om het gebruik van computers, zijn wij een modelgezin. Wij behoren tot de 98 procent die beschikt over een pc, tot de 94 procent die daarvoor gebruik maakt van breedband en tot de 42 procent die zelfs drie of meer pc’s in huis heeft. Onze nazaten behoren tot de 82 procent van de koters die dagelijks gebruik maakt van internet, tot de 55 procent die een computer op de eigen kamer heeft en tot de 43 procent die daar ook nog beschikt over de permanente internetverbinding (bron: SCP).
Normaal loop ik elke week wel een rondje langs hun pc’s, om te controleren of de virusscanners nog werken, er geen essentiële updates worden genegeerd en om erop aan te dringen toch vooral een back up te maken van dingen die belangrijk voor ze zijn. Dan denk ik bijvoorbeeld aan hun schoolwerk, en niet aan de illegaal gedownloade afleveringen van House (M.D.).
Maar nu ben ik al een paar weken niet meer op haar kamer geweest en mis ik bij het opstarten van de pc het vertrouwde icoontje van Norton Antivirus in de taakbalk. Opnieuw installeren lukt niet en ook met andere, gratis scanners van het internet, krijg ik het niet voor elkaar. Wel hoor ik steeds kleine plopjes uit de speaker, van een boosaardig programmaatje dat korte metten maakt met alles wat een helende werking op pc’s kan hebben. ,,O, dat”, zegt mijn vrouw, die op deze plek van het huis nog wel eens komt puinruimen, ,,dat hoor ik al een paar weken. Dan zit er niemand achter de computer, maar klinkt wel de hele tijd dat geplop.”
Als er al een digitale gezinskloof bestaat, dan is die tussen de moeders en rest van de gezinsleden. Moeders maken minder vaak gebruik van de computer en het internet, op minder diverse wijze en hebben ook minder vaardigheden.
Au!
Nee schat, dat beweer ik toch niet zelf. Dat staat in datzelfde SCP-rapport. Ik ben alleen de aanhalingstekens vergeten.
Uit de krant van 27 maart 2007.
Reacties kunnen niet achtergelaten worden op dit moment.