Alle verstandige artikelen over de Cito-toets bevatten een oproep tot relativering. Maar daar heeft de moeder van twee zoontjes in groep 8 (de ene is een jaartje blijven zitten en ingehaald door zijn broer) even geen boodschap aan. Als ze op haar werk een telefoontje krijgt dat de uitslag binnen is (de oudste heeft het dramatisch veel slechter gedaan dan de jongste), moet ze onmiddellijk naar huis voor crisisbeheersing. Ze wordt nagestaard door de holle ogen van een collega, die al drie dagen niet of slecht slaapt, in afwachting van het puntentotaal waarvan ze vermoedt dat dat voor het verdere leven van haar dierbare kind het verschil maakt tussen het succes of de goot.