6537e96680_1391701883_Als-je-achteraan-de-telefoonboom-stond-zodat-je-niemand-hoefde-te-bellen__list-noupMet de opdringerigheid die alle telefoons kenmerkt, komt het toestel tot leven dat op vijftig centimeter van mijn hoofdkussen staat. Ik kijk op de wekker. Half acht. Kan nooit voor mij zijn. Hij gaat één keer over en nog een keer. Iemand zal hem toch wel opnemen? Als bij de vijfde rinkel nog niemand het toestel heeft opgepakt, hijs ik mezelf uit het kussen. Te laat. De voicemail heeft het gesprek al van me overgenomen. Vijf seconden later stormen mijn dochter (stond haar tanden te poetsen) en mijn eega (zat op het toilet) de slaapkamer binnen. Eén vrouw is een rechter, twee vrouwen vormen een tribunaal. Waarom nam ik niet op!? Hoe wist mijn dochter nu of er een les was uitgevallen!? Vanuit de hoogslaper in de belendende kamer doet ook mijn zoon een duit in het zakje. Elke keer als ’s morgens de telefoon gaat, hoopt hij dat ook zíjn juf een keertje ziek is. Ik heb niet zomaar een belletje genegeerd. Ik ben vandaag de ontbrekende tak in de telefoonboom.

Meer lezen