hqdefaultAan boord van de logger waarop mijn vader in de jaren ’50 voer, werd nog wel eens een vliegtuigbom opgevist. Tussen de tongen en scholletjes in plofte dan zomaar een Engelse 500-ponder op het dek, roestig van het zeewater en overdekt met alg. Het projectiel werd naar een plekje onder de brug gerold waar het niet in de weg lag en de rest van de visweek diende als bankje wanneer de bemanning toe was aan een rokertje. Pas nadat op vrijdag de vangst in de markt was gezet, het dek was afgespoten en de schipper aan de havenmeester liet weten: ,,O ja, er ligt ook nog een vliegtuigbom aan boord”, brak de pleuris uit. Visafslag ontruimd, scheepvaart stilgelegd, vliegverkeer omgeleid en meer politie en militairen op de been dan bij het uitbreken van de Derde Wereldoorlog.

,,Wat een gedoe…”, zo mocht mijn oude heer zich vijftig jaar na dato nog verbazen over deze ophef.

Minimaal één keer per maand zeg ik het hem na.

Als een scheikundeleraar in een afscheidsbriefje meedeelt dat hij een leuke verzameling chemische stofjes in zijn kelderbox heeft aangelegd.

Als een scholier op het internetforum 4Chan een schietpartij op een middelbare school aankondigt.

Als iemand zijn koffer vergeet op een perron.

Als een graafmachine bij baggerwerkzaamheden abusievelijk een projectiel omhoog haalt.

Als er asbest wordt aangetroffen bij de renovatie van een flatgebouw.

Ja maar, ja maar, ja maar, áls er nu eens écht wat gebeurt? Dan ben je toch blij dat alle voorzorgsmaatregelen zijn getroffen?

Ja, dat wel. Maar aangezien er in 99,9 procent van de gevallen niks aan de hand is, zou ik in voorkomende gevallen ook genoegen nemen met: ,,Sorry, er gaat er wel eens eentje de mist in.”

Vrijwel altijd bestaat de enige schade uit een volledige ontwrichting van het maatschappelijk leven – voor enkele uren, maar soms ook dagen of weken, in het geval van bewoners die hun huis uit moeten omdat er materiaal is aangetroffen dat er tientallen jaren geleden met het oog op de brandveiligheid is aangebracht.

,,Asbest is ongevaarlijk, zolang je het maar niet opeet”, mag mijn collega graag doceren, na een verhaal over zijn vader – ja, dit soort dingen gaat kennelijk over van vader op zoon – die op de boerderij geregeld de zaag in platen asbest zette en de stofdeeltjes met zijn mond wegblies.

De eerstvolgende keer dat mijn vader een bom opviste, ging het ding gewoon weer overboord.

Dat gaf geen gedoe.

 

Uit de krant van 7 november 2013.