AfwasserEerst gaven we hem alles wat zijn hart begeert, daarna zeiden we: Nu moet je een baantje zoeken. ,,Waarom?”, reageerde hij, ,,ik heb alles wat mijn hart begeert. Ik heb geen geld nodig.”

Daarmee had hij wel een punt, vond ik, maar nadat mijn eega eerst mij met een woedende blik de mond had gesnoerd, keek ze nog veel kwader in de richting van onze bijna 17-jarige zoon. ,,Ik ga niet weer een zomer beleven waarin jij alleen op de bank voor de Xbox hangt. Een baantje heb je niet voor het geld. Werken biedt structuur en je leert er van.”

Zijn eerste schriftelijke sollicitatie bij ’s lands grootste grutter liep uit op een teleurstelling. In elk geval voor zijn moeder. Hij – leerling van 5-vwo, geen strafblad – ‘paste niet in het profiel’ dat voor vakkenvullers was opgesteld. Een open sollicitatie bij verschillende strandtenten leverde meer op. Hij kon beginnen als afwasser.

Daar had ik een jaar eerder nog met succes tegen geprotesteerd. Mijn eerste vakantiebaantje vervulde ik als schoonmaker in een snackfabriek, waarbij het mijn taak was om met een hogedrukspuit ijzeren platen schoon te spuiten waarop voorgebakken loempia’s hadden liggen uitdruipen. Als ouder wil je toch dat je kinderen het beter krijgen.

Maar nu berustte ik. Een baantje als afwasser zou hem in zijn latere loopbaan als advocaat, minister-president of Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen – hij twijfelt voor zijn vervolgstudie tussen rechten, politicologie en internationale betrekkingen – doen beseffen dat het niet alles goud is wat er blinkt in dit leven.

Na zijn eerste avond in de strandtent keerde hij terug met de verbijsterde blik van een kindsoldaat op de slagvelden van de Eerste Wereldoorlog. Dat is wat een barbecue voor veertig personen doet met een beginnende afwasser. Op weg naar zijn tweede dienst overwoog hij serieus om halverwege rechtsomkeert te maken. Alleen het besef dat hij daarmee zijn moeder ernstig zou teleurstellen – ik geloof niet dat ik in die afweging enige rol speelde – hield hem op het rechte pad richting paviljoen.

Verbijstering maakte gaandeweg plaats voor berusting. Dit had het lot deze zomer nu eenmaal voor hem in petto. Al kon hij het gisteren niet nalaten om ons – voordat hij naar de strandtent vertrok voor de dienst van zes uur – erop te wijzen dat het de Dag tegen de Kinderarbeid was.

In het werk bemerkt hij progressie. Hij kan na een paar weken met zijn nadroogdoek degene bijhouden die de vaatwasser vult en leegt. Kwestie van goed organiseren en structuur.

Dus mocht u nog een 15- of 16-jarige lapzwans in huis hebben: stuur hem aan het werk.

Je moet het natuurlijk niet overdrijven, maar van een beetje kinderarbeid is nog nooit iemand minder geworden.

 

Uit de krant van 13 juni 2013.