homeHet begint met de vraag of we die avond ‘Wie is de mol?’ voor hem willen opnemen. Waarom? Onze zoon schudt zijn hoofd bij zoveel onbenul. ,,Dat begint om half negen en dan moet ik naar bed.” Zijn favoriete programma van dit moment ziet hij dan wel op een ander moment. Het zal de vertedering zijn om zoveel plichtsbesef die mijn eega doet antwoorden: ,,Als je zorgt dat je je pyjama aan hebt, mag je nog wel even kijken.” Maar voor lankmoedigheid is in een strakke opvoeding geen plaats. Onze gezinsvoogdes grijpt onverbiddelijk in. ,,Belachelijk! Hij zegt toch zelf dat hij om half negen naar bed moet? Dan laat je hem toch niet opblijven!” Mijn vrouw en ik buigen verlegen het hoofd. Weer iets dat we helemaal fout doen.

Bij de Jeugdzorg heeft een gezinsvoogd gemiddeld 24 cliënten onder zijn hoede. Dat werkt niet, zo is de afgelopen periode herhaaldelijk gebleken. Veel beter is de zogenaamde één op één-begeleiding. Onze zoon (10) – en daarmee ook mijn eega en ik – staan al een tijdje onder curatele. De gezinsvoogdes die dag en nacht bij ons is, dient ons gevraagd en ongevraagd van advies. En grijpt, zo nodig, ook in. Onze eigen eerste hulp bij opvoeding. Altijd bij de hand. En altijd bijdehand.

Niet altijd is ze zo duidelijk in haar blijken van ongenoegen als in het bovengenoemde voorbeeld. Ze mag graag subtiel haar wenkbrauwen optrekken, mismoedig met het hoofd schudden of zachtjes voor zich uit ‘onbegrijpelijk’ prevelen, bij een in haar ogen foutief besluit van het ouderlijk gezag. Zoals toen – uit eigen bekentenis en getuigenverklaringen – bleek dat onze zoon bij onze afwezigheid met vriendjes niet alleen een pond drop had weggewerkt, maar er ook in de kamer op de salontafel en op de bank was gedanst. Bovendien waren er bij de voordeur conflicten uitgevochten met passanten die – net als onze jongste nazaat en zijn kompanen – niet toevallig ook deel uitmaakten van groep 7. De dropjes vonden we dagen later nog in de verre omgeving van ons huis terug. Er was ook mee gegooid, zo bleek.

Teleurgesteld en verdrietig klonken onze vermanende woorden aan de eettafel, waarop het gebruikelijke ‘Gaat heen en zondig niet meer’ volgde. En toen hield de gezinsvoogdes het niet meer. Na haar act met de wenkbrauwen, het hoofd schudden en het – wat luider dan normaal – uitgesproken ‘Onbegrijpelijk. Krijgt hij niet eens straf? Als je toch ziet wat hij gedaan heeft’ mocht onze zoon twee weken lang geen vriendjes meer mee naar huis nemen, op momenten dat mijn vrouw en ik er niet zijn.

Het was duidelijk dat de voogdes het nog steeds geslapjanus vond. Maar ze deed er verder het zwijgen toe.

Sterk zijn ook de momenten waarop ze de situatie met stemmetjes naspeelt. Op vrijdagavond breekt een discussie uit met mijn zoon omdat Veronica de zoveelste herhaling van ‘Top Gear’ niet om 21.20 uur maar om 22.01 uur laat beginnen. Te laat voor hem, oordeelt mijn vrouw. Luid protest van mijn zoon. Als zij de discussie een tijdje heeft aangehoord, adviseert de gezinsvoogdes onze jongste nazaat vals: ,,Ga maar alvast janken. Dan zeggen ze (zet stemmetje van mij of mijn vrouw op, dvdp): Nou, als je morgen maar hééééél lang uitslaapt, mag je nog wel even opblijven’.” Haar gezicht vertrekt in walging, bij het ontbreken van zoveel ruggengraat.

Dat haar ouders tekort schoten in haar opvoeding, heeft ze op eigen kracht nog wel weten te compenseren. Maar dat haar broertje voor galg en rad opgroeit, dient met alle mogelijke middelen te worden voorkomen.

In haar rol van gezinsvoogdes geeft onze 14-jarige dochter zich daar helemaal voor.

 

Uit de krant van 16 januari 2007.