Schermafbeelding 2015-08-09 om 10.50.28Zodra zijn moeder hem verbaal de les heeft gelezen over het na schooltijd ledigen van een zoveelste zak chips, neem ook ik onze zoon nog even heimelijk apart. Net als mijn vrouw ben ik ernstig teleurgesteld in zijn gedrag, al putten we daarvoor ieder uit een verschillende bron. Zij baalt ervan dat hij – ondanks herhaalde waarschuwingen – toch weer over de schreef is gegaan. En ik omdat hij de bewijzen voor zijn overtreding zo opzichtig in de bank voor de tv heeft achtergelaten. ,,Als je alles gewoon netjes had opgeruimd, sukkel, had er geen haan naar gekraaid.”

Nee, in het Groot Opvoedboek is hier waarschijnlijk niks over terug te vinden, maar het hoort onmiskenbaar bij de levenslessen. Bovendien kan ik ook mijn eigen jeugd niet verloochenen. Aan roof, moord en veel andere misdrijven hangt een verjaringstermijn, maar op vrijwel elke heugelijke familiebijeenkomst komen mijn drie zussen met anekdotes over hoe ik vroeger brandschattend en plunderend door de familievoorraad frisdrank en zoetwaren ging. Daarbij moet worden aangetekend dat het hier de sobere jaren zestig betrof, waarin de cola en sinas niet in sixpacks van tweeliterflessen bij de Duitse supermarktketen werden weggesleept. Wat ik mij illegaal toeeigende, haalde ik ook rechtstreeks uit hún hongerige monden.

Van dat besef werd ik destijds dagelijks doordrongen. Maar het was sterker dan ik.

Mijn rooftochten door het huis waren zo legendarisch dat mijn moeder zich constant het hoofd brak over nieuwe plekken om mijn beoogde buit te verstoppen. Maar ik was goed. Geen hoekje in het huis was veilig, zelfs niet toen zij haar toevlucht zocht tot weinig voor de hand liggende locaties als de trommel van de wasmachine. O, de triomf, als ik hier een liter cassis of een zak winegums aantrof. Verstopte sleutels van voorraadkasten haalde ik onder matrassen of de kussens van de echtelijke sponde, of van de bodem van de bus waarin de theezakjes werden bewaard. Mijn favoriete vondsten bestonden uit reeds geopende flessen of zakken, omdat ik daarmee de verstopper enige dagen in de waan kon laten dat deze plek voor mij veilig was. Uit flessen nam ik daartoe maar een paar slokken. Bij chips, nootjes en zoetwaren nooit meer dan een handje of twee.

Bij ontdekking bediende ik me van de volgende tactieken: altijd ontkennen en – wanneer dat in twijfel werd getrokken – de bewijslast bij de aanklagende partij leggen. (Mocht dit geschrift als een late bekentenis worden opgevat, dan beroep ik mij tijdens de eerstkomende familiebijeenkomst op de vrijheden van de columnist om de waarheid naar zijn hand te zetten.)

Onze zoon (12) heeft wel mijn vraatlust, maar niet mijn vaardigheden in het maskeren van de roof geërfd. Als Klein Duimpje in het grote bos laat hij op zijn omzwervingen door het huis opzichtige sporen van zoetwarenverpakkingen en etensresten na. En als hij al eens moeite doet om zijn gangen onzichtbaar te maken, vinden we de bewijzen wel bij het opschudden van de kussens van de bank en wanneer we vanaf het toilet onder het badkamermeubel kunnen kijken. Of valt hij door de mand door bij het avondeten na drie happen te verklaren dat hij ‘vol’ zit – in feite ook de reden voor zijn verzwaarde frisdrank-, chips- en zoetwarenregime. De gretigheid waarmee hij zich van snacks bedient, staat haaks op zijn vermogen een fatsoenlijk bord avondeten weg te werken.

Ofschoon ik ook in de opvoeding heilig geloof in de principes van Yin en Yang, waak ik ervoor mijn zoon – zeker in het bijzijn van mijn eega (Yin) – al te opzichtige tips te geven. Maar werkeloos aan de kant blijven staan, dat nooit. Het verkennen van de grenzen hoort bij de puberteit, zoals een zekere mate van gewiekstheid en bedrog – nee, laten we het lenigheid van geest noemen – onontbeerlijk is om je in bepaalde geledingen van de maatschappij te handhaven. Zolang hij nog niet weet wat hij later wil worden, zorg ik ervoor dat alle opties open blijven.

Ja, ook die in de politiek, de makelaardij en het internationale bankwezen.

 

Uit de krant van 24 maart 2009.