IMG_1369Het echtpaar dat de liftdeur van de seniorenflat van mijn moeder openhoudt, is ongeveer van mijn leeftijd. We wachten nog even op mijn twee nazaten, die voor het trappenhuis staan te kijken bij hun neef die zijn nieuwe brommer vastlegt met een ketting waarmee ze normaliter booreilanden verslepen. Als het ons te lang duurt, gaan we alvast naar boven. ,,Wat bijzonder dat ze nog meegaan naar hun oma”, zegt, tussen de derde en de vierde verdieping, de vrouw van het echtpaar een beetje jaloers. ,,Die 16-jarige van ons wil echt niet meer.” Nog één verdieping te gaan, dus ik onthul maar een deel van het geheim. ,,Deze oma maakt frikandellen speciaal.”

De laatste jaren van zijn leven had mijn vader het traditionele koffiedrinken op zondag tot een tweewekelijkse frequentie teruggebracht. Tot ieders tevredenheid, eigenlijk wel, want zo gaven we elkaar ook een beetje de ruimte in het weekend. Het werd hem ook zichtbaar te druk, met al die grote neven en nichten die, net uit hun bed gerold, met zichtbare katers kwamen getuigen van hun uitgaansbelevenissen. Maar na zijn overlijden komen we weer elke week omdat mijn moeder juist opbloeit met al haar nakomelingen om zich heen.

Bovendien geeft het haar de mogelijkheid om haar oma-schap uitbundig te beleven. Haar liefde gaat voor een belangrijk deel naar onze maag. Dat begint rond twaalf uur met taart: zelfgebakken, of van de beste bakker in het dorp. Wie te snel eet – dat overkomt me geregeld – krijgt zonder mankeren een tweede stuk toegeschoven. De kleinkinderen – lummels van een meter of twee die zich op de grond van mijn vaders voormalige werkkamer verzamelen voor de tv – komen daarna alleen naar de kamer om de schalen te halen waarin ze familiezakken chips legen, of om drinken te scoren. Als ze rond de leeftijd van twintig geraken, verhuizen ze op natuurlijke wijze weer naar de woonkamer om zich met onze discussies te bemoeien.

Op de salontafel maakt de koffie en taart inmiddels plaats voor een (zelfgemaakte) salade met de grootte van een karrenwiel, waar oma op hoogtijdagen nog een kilo zelfgepelde garnalen overheen strooit. Daarnaast staan Franse kaasjes, patésmeersels en toastjes, terwijl mijn zwager en ik rond half één onze Westmalle Tripel voorgezet krijgen. Als er een bescheiden bres in deze eetvoorraad is geslagen, springt mijn moeder op om de pan met gehaktballetjes of stukjes kipfilet op tafel te zetten. O ja, de pindasaus niet vergeten.

Daarna popelt ze om het frituurvet op te warmen. De eerste scheepsladingen snackmix gaan in een grote Tupperwareschaal naar de tv-kamer, waar ze met handen tegelijk verdwijnen in de bakjes die eerst voor de chips dienden. Daarna begint oma aan een rondje snackmix voor de volwassenen, waarna het grotere werk kan aanvangen: frikadellen – op de salontafel overdwars in te snijden en op te tuigen met uitjes, currysaus en mayonaise – en daarna, als pièce de resistance – de uit de kluiten gewassen pikanto’s. Dat is inmiddels het moment dat één van mijn zwagers afhaakt omdat hij tot ver in de nieuwe week last had van darmkrampen en aanvankelijk maar niet kon achterhalen waar die het gevolg van waren.

Pas als iedereen herhaaldelijk kreunt dat we echt niet meer hoeven (op sommige dagen is er ook zelfgemaakte snert en – voor wie dat niet blieft – kippensoep) overziet oma met een tevreden blik het slagveld. Bij vertrek staat ze bij de deur om alle kleinkinderen – dus ook de machovriend van mijn 19-jarige nicht – een rolletje snoep in de handen te stoppen.

Want ja, echtpaar uit de lift, als oma red je het niet met de tips van www.voedingscentrum.nl.

 

Uit de krant van 15 januari 2008.