CampingMet argusogen kijkt ze naar de caravan waaruit – behalve een slinger om de pootjes uit te draaien, een schotel en 25 meter elektriciteitsdraad – ook meteen twee plastic minidoeltjes tevoorschijn komen. Een half uur lang blijft ze onopvallend rondhangen totdat alles waterpas en op de Astra-satelliet gericht staat, waarna haar eerste moment van glorie aanbreekt. Nog voordat de aftrap is verricht voor de eerste wedstrijd tussen de jeugd (twee neefjes, mijn dochter en mijn zoon) en de bejaarden (zoals mijn vrouw, mijn zwager en ik door de tegenstander worden aangeduid) wordt ons in afgemeten Duits duidelijk gemaakt dat balspelen hier niet zijn toegestaan. Ik laat me tevreden in mijn ligstoel zakken. ,,Ik zei toch dat dit een kindonvriendelijke camping was? Kan iemand even m’n boek en een bokbiertje aangeven?”

Zelf heb ik ‘Eva Braun’ voorgesteld, maar dat blijkt niet haalbaar bij gebrek aan historisch besef bij een deel van ons reisgezelschap. De Harry Potter-generatie kiest voor ‘Frau Schweinstein’ als bijnaam voor de bazin van onze herfstvakantiecamping. De matrone met het koningin Beatrix-kapsel beschouwt het – in de week dat wij haar gasten zijn – als haar missie om regel 4 van het campingreglement tot op de letter na te leven: ‘Spiele, die mit Lärm und Unruhe verbunden sind (z.B. Fußball, Spielzeug mit Plastikrädern), nur außerhalb des Campingplatzes.’

In de vijf voorafgaande keren dat ik hier alleen met mijn eigen gezin van het magnifieke uitzicht over het Rijndal genoot, was me regel 4 niet eens opgevallen. De ene helft van ons nageslacht zit normaal gesproken de hele dag te lezen. De andere zit achter zijn computer of met zijn hoofd in de indrukwekkende kist met K’nexx die bij zijn persoonlijke kampeeruitrusting hoort. De beide keren dat hij van het kleine speeltuintje van de camping gebruik maakte, viel hij van de glijbaan en brak zijn sleutelbeen, waarna hij de rest van de vakantie weer heel rustig met een beugel om zijn schouders in de caravan zat te K’nexxen. Zo zag Frau Schweinstein het graag. En wij eigenlijk ook. Al jarenlang zoeken we bewust naar kindonvriendelijke campings. Er zijn geen clowns die met megafoons lopen te ronselen voor het recreatieteam, er worden geen minidisco’s gehouden en er zijn derhalve ook maar heel weinig kinderen om onze rust te verstoren.

Dit keer zijn mijn ouders en mijn zus en zwager – met twee neefjes van 13 en 14 – met ons mee naar Duitsland gereisd. Eén van de neefjes maakt furore in de C1 van een plaatselijke voetbalclub en zijn enthousiasme voor het spelletje haalt zelfs mijn dochter achter haar boek vandaan. Met de twee neefjes voelt ze zich te groot om mee te gaan op onze wandelingen langs de Romantische Rheinstrasse. De ene helft van de dag brengen ze door achter de Playstation en met het bekijken van dvd’s waarin vampiers op een akelige manier aan hun eind komen, de andere helft vechten ze in onze afwezigheid een vuile guerrillaoorlog uit met Frau Schweinstein.

Na het officiële voetbalverbod worden de doeltjes onder meer gebruikt voor handbal (‘kein Fußball!’) en, als ook dat niet meer mag, als mikpunt voor de frisbee. Als de doeltjes in de ban zijn gedaan, wordt er op flessen water geschoten. Pas als de flessen na een ‘Flascheverbot’ worden vervangen door exploderende plastic zakjes (waarmee wordt overgegooid) legt Frau Schweinstein het moede hoofd in de schoot en wijst ze hen een veldje achter de toiletgebouwen aan waar – omdat daar nu toch niemand staat – bij hoge uitzondering mag worden gevoetbald.

Normaal wijkt ze niet van het bureau in haar kantoortje, maar de hele week zien we Frau Schweinstein driftig op het terrein surveilleren. Alleen als de neefjes naar het herentoilet gaan, neemt haar man het toezicht even over. Op de laatste dag loont dit wachtlopen toch nog de moeite: ze betrapt de neefjes als ze met hun bemodderde voetbalschoenen als aandenken hun naam schrijven op de witte muur van het toiletgebouw.

,,Gave camping”, oordeelt het kroost, als het op zaterdagmorgen met een hartelijk ‘Auf Wiedersehn’ weer vertrekt.

En dat was geen loze belofte, Frau Schweinstein.

 

Uit de krant van 25 oktober 2005.