dfds-princess-seawaysStaan moeders dichter bij de dieren, met hun instinct om signalen van hun kroost op de enige juiste wijze te interpreteren? Waar mijn dochter en ik het gekreun en gesteun van mijn zoon en haar broertje geërgerd afdoen als een zoveelste terroristische poging om ons uit de slaap te houden, werpt mijn eega de dekens van zich af, overbrugt de luttele meters die haar in onze vierpersoonshut van haar jong scheiden en sleurt hem aan één been vanuit zijn bovenbed richting de badkamer. Hier gaat hij twee seconden later gierend over zijn nek. ,,Zie je wel”, sist mijn vrouw gelijkhebberig. ,,Het toetjesbuffet.”

Nergens worden gezinsleden zo op elkaar teruggeworpen als tijdens de vakantie. Het verblijf aan boord van de ‘King of Scandinavia’ op onze reis via Newcastle naar Schotland wordt gevolgd door twintig nachten in een sleurhut, met nagenoeg dezelfde indeling als op de ferry: een stapelbed met het kroost, op luttele meters van de ouderlijke sponde. Vooraf was er bij mijn medepassagiers vooral bezorgdheid over het sonore geronk dat ik tijdens de nachtrust schijn voort te brengen, maar eenmaal op reis blijkt het feit dat onze zoon net in zijn boer- en windenfase zit (waar elke jongen op weg naar de volwassenheid doorheen moet), aanmerkelijk meer ergernis op te leveren. Maar de harmonie wordt het meest bedreigd door zijn vermogen om elke vorm van lichamelijk ongemak in de nachtelijke uren af te ronden met het legen van zijn maag.

Sinds hij kennis heeft genomen van het feit dat er bij de ramp met de Titanic aanmerkelijk meer eersteklasse- dan benedendekspassagiers zijn gered, is onze jongste nazaat zeer ingenomen met de groene ‘Commodore Class’-sticker die bij het inschepen op de ruit van de auto wordt geplakt. Zeker als blijkt dat aan dit predikaat ook de beschikbaarheid van een minibar en een tv in de hut verbonden is, er als blijk van welkom door onze vrouwelijke steward koffiebroodjes bij de cola worden geserveerd en er op de goed gevulde fruitschaal ook een zakje chips blijkt te liggen. Maar bovenal verheugt hij zich al weken op het dinerbuffet, of beter gezegd: het onderdeel desserts daarvan.

De eerste twee gangen zijn niet bijzonder aan hem besteed. Bij de voorgerechten loopt hij met een van afschuw vertrokken gezicht langs de bakken met salades en inheemse vleeswaren, om uiteindelijk halt te houden bij de kaakjes en het stokbrood. Bij de hoofdgerechten beperkt hij zich tot een plakje kalkoenfilet, aangevuld met twee gebakken aardappels, die hij later op mijn bord schuift. Hij vindt ze te glazig. Maar dan is het moment gekomen dat hij los mag. Op het grootste bord dat hij kan vinden, schuift hij zes verschillende stukken taart, drie felgekleurde puddinkjes en nog wat los soeswerk, waarvan hij uiteindelijk alleen wat laat liggen omdat een van zijn principes is dat hij nooit zijn bord leeg eet.

Het is precies kwart over één in de ochtend als het dessertbuffet via de slokdarm weer wordt opgediend. En de nacht daarop is het, ook exact om kwart over één – dit keer op de camping in Ayr – weer raak, waardoor de rest van ons reisgezelschap andermaal een gebroken nacht beleeft. Van mededogen is – bij een meerderheid van de rest van het gezin – geen sprake. De demonen van de nacht nemen bezit van ons en uit het bed van mijn dochter klinken doodsverwensingen. En ik spreek haar niet tegen.

Voordat er sprake lijkt van een spuugtrend wordt een aantal maatregelen van kracht, variërend van aangepaste voeding tot een verbod om te Nintendo DS-en op slingerende landwegen. En aan het voeteneind van zijn bed komt permanent een grote schaal waarin hij, zonder ons te storen, op elk gewenst moment van de nacht kan opgeven. De rest van de vakantie blijft het redelijk rustig.

Ook DFDS-seaways werkt mee. Onze zoon is de eerste die opmerkt dat we het, bij het opnieuw inschepen in Newcastle, om onverklaarbare reden zonder de groene Commodoresticker moeten stellen. En ofschoon het ontbreken daarvan op geen enkele manier van invloed is op de behandeling aan boord, blijft hij er de zeventien uur die de overtocht duurt, constant op terugkomen. De angst om door mijn dochter en mij als modale benedendekspassagier overboord te worden gezet, zit er goed in. Bij het toetjesbuffet legt hij een in de Commodore Class nooit eerder vertoonde vorm van matigheid aan de dag.

 

Uit de krant van 4 september 2007.