Bij een menhir zou het nog te verklaren zijn geweest, maar het was een washandje van een grammetje of vijftig. Bij het oprapen van het lapje textiel van de badkamervloer voel ik een pijnscheut door mijn rug trekken en kom ik niet meer overeind. Mijn lijf zit vast. Het ene moment doet alles het nog, het andere kan ik naast Balkenende worden bijgezet in Madame Tussauds. Het proces van aankleden heb ik net voltooid, anders had ik in adamskostuum naar buiten moeten schuifelen, het lichaam in een verkreukeld vraagteken, de voeten in de y-stand en kleine stapjes makend, op het ritme van mijn eigen gekreun. ‘Quasimodo’, constateert mijn zoon niettemin geamuseerd.
Categorie: Column (Pagina 11 van 25)
Het stemt altijd weemoedig als trends aan me voorbij gaan zonder dat ik wist dat ze trendy waren. Zo is het nieuwe winkelen ook alweer uit, schijnt het.
Het nieuwe winkelen? Een mix van digitaal en analoog shoppen. Om de strijd met internet te overleven, zouden middenstanders meer moeten doen met apps, digitale klantenkaarten en gratis wifi in de winkelstraat. Als klant moet je niet langer zes zaken aflopen voor schoenen in maat 47, maar op je mobiel intikken welk model je zoekt, waarna je vervolgens een sms krijgt met: ‘Neringdoende X, drie straten verderop, heeft de stappers die u zoekt op voorraad.’
Om persoonlijke redenen zit ik zelf al zeker twee maanden niet meer op de racefiets, edelachtbare.
Ik heb geen zin.
Ik vind het te koud.
Of: Ik lig net zo lekker.
Ja, het gebruikelijke werk.
Maar nu ga ik ook nog gebukt onder het imago van de wielersport. Nee, geen doping. Voornamelijk agressief gedrag. Er kan geen zwangere vrouw door een wielrenner het water in worden gemept, of de tijdlijn van mijn Twitteraccount stroomt vol.
De toon in de e-mails aan de vriendin met wie ze de spreekbeurt moet houden, werd de dagen daarvoor al verontrustender. Maar bij het aflopen van de kerstvakantie dreigt er regelrechte paniek. Nog maar twee dagen te gaan, en nog steeds geen onderwerp. Dit is het moment waarvoor de faalangstbegeleidster van school nog zo had gewaarschuwd. “Kies iets simpels”, adviseer ik. “Iets waar je al veel van weet.” Een afwezig knikje geeft aan dat ik me met mijn eigen zaken moet bemoeien. Ze stampt zorgelijk de trap op naar haar kamer, voor nieuw elektronisch overleg met haar klasgenote. Een kwartier later komt ze, zichtbaar opgelucht, weer omlaag. “Zijn jullie eruit?” Ze knikt. “En wat is het geworden? Mijn huisdier?, Lord of the Rings?, Waarom ik basketbal leuk vind?” Een golf van minachting spoelt mijn kant op. “De relativiteitstheorie van Einstein”, zegt ze.
Hoe zat het ook alweer? O ja: stomme vragen bestaan niet, stomme antwoorden wel. Daarvoor mag ik graag de hulp van een helpdesk inroepen. Aan de periode dat ik zoveel mogelijk mijn eigen boontjes dopte kwam abrupt een eind toen ik – jaren geleden alweer – op mijn pc tevergeefs een campingwijzer van de ANWB probeerde te installeren. De medewerker van de helpdesk die ik in mijn wanhoop consulteerde, kwam met het stomste antwoord dat ik ooit had gehoord. ,,Heeft uw computer een muis met een wieltje? Ja? Dan moet u even het wieltje uitzetten.” Het hielp nog ook.
Tegenwoordig maken de jongelui er weer een hele heisa van, maar in mijn tijd was het nog de notaris die je aanzette tot een huwelijksaanzoek. Toen ik met mijn toenmalige vriendin een huis kocht en informeerde hoe je dat als samenwonenden het best juridisch kon dichttimmeren, keek hij ons over zijn halve brilletje aan en zei: ,,Ik geef u sterk in overweging om te gaan trouwen.” Ja, ik wil, reageerde ik toen maar, en adviseerde de vrouw met wie ik inmiddels dertig jaar lief en wat klein leed deel, om belastingtechnische redenen hetzelfde te doen.
Zelf heb ik het me ook wel eens afgevraagd als ik op een beduimeld Frans campingtoilet mijn berichtjes doornam of een belangwekkende tweet de wereld in stuurde (‘Ik zit op een vieze Franse campingplee mijn mail te checken’): wat blijft hier uiteindelijk allemaal van aan je smartphone hangen? Medisch Contact heeft het antwoord: ziekenhuizen moeten onmiddellijk maatregelen nemen om de verspreiding van ziekteverwekkers via de mobiele telefoon tegen te gaan. Uit literatuuronderzoek van het VUmc blijkt dat 42 tot 95 procent van de telefoons van artsen is besmet met bacteriën uit het ziekenhuis.
Alsof ons land nog niet door genoeg rampspoed wordt bezocht, dreigt nu ook de prijs van marsepein en banketletters te exploderen. Na de repeterende discussie over Zwarte Piet en de te vroege aanvoer van pepernoten, is dit de derde grauwsluier die in korte tijd over ons sinterklaasfeest wordt getrokken. Terecht dat het NOS Journaal hier deze week even bij stilstond.
Ooit was het voorbehouden aan galeislaven, aspirant-skinheads en dronken studenten die een weddenschap hadden verloren. Maar nu zie ik overal om mij heen eerzame huisvaders hun haar kammen met de tondeuse op standje 2. De volledige overgave in de strijd tegen oprukkende kaalheid. ,,Maar bij u”, zegt het leuke blonde meisje dat me knipt, ,,is dat nog echt niet nodig, hoor.”Niettemin was het onverstandig haar thuis met gepaste trots te citeren in het bijzijn van wat ik als ‘voorheen mijn dierbaren’ beschouw.