melderErgens tussen Hoofdluisdag en de Vaderlandse Oorsmeerweken zijn we toe aan Nationale Rookmelderdag. Tweede Kerstdag en Koninginnedag mogen er de laatste jaren bij ons thuis een beetje bij inschieten, aan Rookmelderdag doen we uitbundig mee.

De rookmelders die nu massaal in bouwmarkten worden aangeschaft (voor tussen de twee en drie tientjes liggen ze in bulkpartijen bij de kassa) halen het plafond niet, zo blijkt uit onderzoek. Ik weet hoe dat komt. De ongelukkigste plek om in huis iets te bevestigen is het plafond. Van alle wanden is het plafond het hardst. En uitgerekend daar voelt de rookmelder zich, net als gekko’s en spekvreters, het best thuis. Met het 6mm boortje van mijn huis-, tuin- en keukenboormachine kan ik alleen hele brede gaten maken in het gestuukte laagje van het plafond, de diepte in lukt niet. Het enige dat ik bereik, is dat de boor en mijn hoofd even rood aanlopen. Als ik de batterij al zou hebben geplaatst, had ik met de rook uit mn oren de melder aan een eerste serieuze test kunnen onderwerpen.

Door een plug doormidden te knippen en het kleinste schroefje te gebruiken dat ik kan vinden, creeer ik uiteindelijk een draagvlak voor rookmelder 1. Rookmelder 2 hang ik, wijs geworden, op in het trapgat van de benedenverdieping, onder een houten tree van de trap die van de eerste naar de tweede etage voert. Boren moet ook niet te makkelijk gaan. Ik schiet door het hout en maak een gaatje in de bekleding aan de bovenkant van de tree. Van het echtpaar waarvan ik de ene helft vorm, ben ik die enige die het grappig vind hoe een deel van het vloerkleed vervolgens als een suikerspin om het boortje wordt gewikkeld.

Als ze eenmaal hangen, heb je weinig omkijken naar de rookmelders. Ze hoeven geen water en met de stofdoek kun je er niet bij. Wel nog even een tip om te voorkomen dat u, net als ik, drie nachten lang door het huis doolt om te ontdekken waar dat doordringende piepje dat om de vijf minuten opklinkt, toch vandaan komt. Dan waarschuwt de rookmelder dat je er een vrijwel lege batterij in hebt gedaan.

Of de rookmelder nog werkt, is makkelijk te controleren. Onderzoek door zeventien brandweerkorpsen en de Stichting Salvage (doet iets met slachtofferhulp na woningbranden) heeft uitgewezen dat het frituren van etenswaren binnenshuis de belangrijkste oorzaak van brand is. De onder de afzuigkap geplaatste frietpan is als controlemiddel niet geschikt. Wie de rookmelder tot leven wil laten komen moet zijn toevlucht zoeken tot een pak Ku lo yuk van Conimex. De deegballetjes bakken in een wok met een laagje zonnebloemolie en, zelfs met de afzuiger op stand drie en de keukendeur wijd open, gilt de rookmelder het hele blok bij elkaar.

Maar verder geeft de rookmelder, zeker in een gezin met opgroeiende kinderen, een gevoel van veiligheid en draagt bij aan je gemoedsrust.

“Wat is dat, pap?”, vraagt mijn dochter, die slaapt in de kamer waarvoor ik op de overloop de gewraakte rookmelder in het plafond heb geboord. “Een rookmelder”, antwoord ik naar waarheid, want wij hebben weinig geheimen voor elkaar. “Die begint keihard te piepen als er brand in ons huis is.”

“Kan er hier dan brand komen?”, reageert mijn dochter. Daar had ze nog niet bij stilgestaan. Ze kijkt als een passagier van de Titanic die net heeft gehoord dat kapitein Iglo het roer heeft overgenomen. “Jazeker”, citeer ik recente cijfers van het Nibra, het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding (als opvoeder moet je altijd een paar weetjes paraat hebben). “Elk jaar vallen er tussen de 50 en 60 doden door branden in woningen. Als iedereen een rookmelder installeert, kunnen dat er volgens het Nibra 20 minder worden.”

De daaropvolgende nachten slaapt ze onrustig en legt een verzameling van alles wat haar dierbaar is onder handbereik. Tegen een vriendinnetje hoor ik haar zeggen dat er elk jaar nog 30 tot 50 mensen levend verbranden terwijl die toch een rookmelder hebben opgehangen.

Een hele prettige Nationale Rookmelderdag toegewenst.

 

Uit de krant van 16 oktober 2000.