Ikea_boxenEven dreigt het toch nog mis te gaan. In het gangpad van stelling 20, vak 01, kan mijn wederhelft de rode sloop van een kussentje dat zo schattig staat op de Beddinge Resmo – een 3-zits slaapbank – niet vinden. Met de berusting van een echtgenoot die tegen zijn zin is meegesleept, hang ik over onze stapelwagen waarop zich al een Strind (tafeltje) en een Hemnes (tv-meubel) bevinden, en kijk toe hoe haar ogen met toenemende vertwijfeling over de vakken gaan. ,,Boven lag ie nog wel”, zegt ze, een weetje dat wordt beaamd door een employee achter een statafel met computer. En ja, dan moet je in een stief half uur weer de hele winkel door om zo’n ding te pakken te krijgen. Zo werkt dat bij Ikea.

Na de verbouwing van de zolder en dagen die van behangplaksel en muurverf aan elkaar hingen, laat moeder de vrouw nog maar eens een bommetje vallen. ,,Kun jij woensdag niet een dagje vrij nemen om naar Ikea te gaan?” Ikea! Voor columnisten en cabaretiers de Buckler onder de woonwarenhuizen! In hoeveel zinnen hebben zij zich niet boos – en u, beste lezer of kijker – vrolijk gemaakt door te fulmineren tegen producten die bij nader inzien toch niet op voorraad bleken, essentiële schroefjes die ontbraken als meubelstukken voor negentig procent waren afgebouwd en de lijzige stem van de filiaalomroepster die ons kond doet van het feit dat ‘Eva wil opgehaald worden uit het kinderparadijs’.

Die Ikea, dus.

En toegegeven, in een ver verleden heb ik mezelf ook wel eens in wanhoop en woede vastgebeten in de zwevende kussens van een fauteuil waarvan ik met geen mogelijkheid de zelftappende schroeven door de bekleding heen in het frame kreeg, iets wat bij nadere beschouwing door een handige zwager ook helemaal niet nodig bleek.

Maar die Ikea bestaat niet meer.

Nadat ik met een niet eens zo diepe zucht de vijftig bonuspunten voor de gewillige echtgenoot had geïncasseerd, begon ik met de voorbereidingen op de site www.ikea.nl, waar je een boodschappenlijst kunt uitdraaien met de producten op de juiste volgorde van ‘locatie in het zelfbedieningsmagazijn’, op gewicht (de zwaarste eerst) of de tijd waarop deze aan het boodschappenlijstje zijn toegevoegd (waarom dat nodig is, weet ik niet, maar ik wilde u deze mogelijkheid toch niet onthouden). Door aan te geven in welke vestiging het spul wordt opgehaald, zie je meteen in welke mate ze op voorraad zijn.

Mijn voorstel om op de bewuste dag meteen maar heel praktisch door te karren naar het zelfbedieningsmagazijn stuitte op de opvatting dat we het ook als een dagje-uit moesten zien, waarbij een uitgepijlde wandeling door het showroomgedeelte en een bezoek aan het restaurant waren inbegrepen. De roem van dat laatste onderdeel was mij al bezongen door mensen die – bijvoorbeeld na een nachtdienst in een zorginstelling – bereid zijn om vijftig kilometer in de auto te zitten om hier voor één euro te ontbijten. Maar ook de cappuccino (gratis bijvullen, niet vergeten!) en appelgebak mochten er voor een luttel bedrag zijn.

Op het smetje van de ontbrekende kussensloop na, het gedoe bij de zelfbedieningskassa met een echtpaar vóór ons dat de scanner consequent voor een scheerapparaat hield en de terugtocht naar huis waarbij we de Strind, de Hemnes en de Beddinge Resmo alleen in de auto kregen door alle hoofdsteunen te verwijderen, de dozen tot aan de voorruit door te duwen en kromgebogen onder dit gewicht als 83-jarige nonnen met de neus op het stuur naar huis te tuffen, ging alles crescendo.

En dat ik ’s avonds de Hemnes halverwege twee keer moest afbreken omdat ik van sommige onderdelen de voor- en achterkant had verwisseld, was helemaal mijn eigen stomme schuld.

Dat mag ook wel eens worden gezegd, van Ikea.

 

Uit de krant van 27 maart 2011.