aufvqksh69fd_fullHet hoofd van de historicus is een doos met Legosteentjes. Als hij zijn mond opentrekt, bouwt hij verbaal een huisje, een brug of een bankgebouw. En als hij zich ’s avonds, op de achterbank van een auto, door een student naar huis laat rijden, breekt hij het weer af. Om de volgende dag met al die blokjes weer wat nieuws te bouwen.

Spreken in het openbaar is volgens de voormalige hoogleraar helemaal niet zo moeilijk. Je gaat staan en trekt je mond open. Als je een black out krijgt, zeg je dat gewoon. Ik heb een black out. En dan babbel je weer vrolijk verder. ,,Heeft u dat altijd al gehad?’’, wil een mevrouw uit het publiek weten. De buitengewoon hoogleraar moderne geschiedenis in ruste schrikt ervan. ,,Zo klinkt het als een chronische ziekte.’’ Maar nee, toen hij als oudste kleinkind zijn 60 jaar getrouwde opa en oma moest toespreken, was dat de slechtste toespraak ooit. Maar nu heeft hij er – dankzij vele honderden hoorcolleges, televisieoptredens en lezingen – een zekere graad van perfectie in bereikt. Kort voor het begin van het praatje dat hem in de Boekenweek naar deze bibliotheek brengt, vraagt hij aan de organisatie waarover het moet gaan. De Nederlandse identiteit? Geen probleem.

En hij begint te bouwen. Met de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden als stevig fundament, de stadhouders, de gewesten, het bestuur van de burgers in de steden als de eerste steentjes. Maar zonder de gesproken chronologie van zijn bouwwerk uit het oog te verliezen, plaveit hij evenzoveel zijpaadjes. Over kennissen met een bootje of een tweede huis, de merkwaardige winters van de laatste jaren en de religieuze scherpslijpers die er verantwoordelijk voor zijn dat je in ons land op zondag geen vers brood kunt eten.

Zijn handelsmerk is de vlijmscherpe gemoedelijkheid waarmee hij achtereenvolgens Pim Fortuyn, Rita Verdonk en Gekke Geert Wilders als volstrekte politieke malloten wegzet. Of – na een loopbaan aan de Universiteit Utrecht – het Leidse universitaire klimaat (waarin iedereen maar hoogleraar kan worden) afserveert omdat Mark Rutte, Maxim Verhagen en Willem-Alexander er in geschiedenis konden afstuderen. Op dat soort momenten is er even geen sprake van de relativering die hem na de aanslag op de Twin Towers op een tv-boycot van een aantal maanden kwam te staan.

En de Nederlandse identiteit? Het was geen wonder dat Máxima er tevergeefs naar had gezocht, want die bestaat inderdaad niet. Zet maar eens een stijve boer uit Groningen, een wijsneus uit de grachtengordel en een Brabantse of Limburgse dorpspoliticus aan één tafel.

Na de pauze verandert hij in de eigentijdse versie van de sneldichter Willy Alfredo. Roept u maar! En bij elk trefwoord begint hij aan een betoog van vijf kwartier in een uur. Hij reikt zijn toehoorders voldoende ammunitie aan om op verjaardagspartijen de oom die avond aan avond net zolang tegen de televisie zit te mopperen totdat hij er dikke enkels van krijgt, ervan te overtuigen dat Nederland binnen de EU en de eurozone moet blijven.

De somberheid waarmee we ons – als inwoners van één van de rijkste landen ter wereld – al jaren van crisis naar crisis slepen? Allemaal de schuld van de redacteur Kommer en Kwel van het NOS journaal.

De intellectuele status die een enkeling ontleent aan het feit dat hij een kaartje heeft gekocht voor deze lezing, verschrompelt als de oud-docent wat eenvoudige vragen op het publiek afvuurt. Dan blijkt dat de malloten die boven ons zijn gesteld, het volk krijgen dat ze verdienen. Het nationaal bruto product van ons land? Of dat van Amerika? De hoogte van onze schuldenberg?

Ja, kijk het gerust maar even na, voordat u zich onder het gehoor van emeritus-hoogleraar Maarten van Rossem begeeft.

 

Uit de krant van 21 maart 2013.