hqdefaultOpvoeden is de overtuiging uitstralen dat je alles onder controle hebt. ,,Wat kan er nu misgaan?”, zeg ik tegen mijn vrouw. ,,Hij loopt de honderd meter van school naar huis, doet de deur open met zijn eigen sleutel, haalt zijn bolletje onder het cellofaan vandaan, schenkt een glas Yokidrink voor zichzelf in en gaat voor de tv zitten.” Mijn eega kijkt zorgelijk. ,,Je weet hoe hij is. Dan gaat hij zo op in dat programma, dat hij helemaal vergeet om weer naar school te gaan.” Maar ook daarin heb ik voorzien. ,,Om kwart over één bel ik hem op, om hem eraan te herinneren dat hij om halftwee op school moet zijn.”

Opvoeden is vooral een kwestie van logistiek. Onze werkroosters zijn weer zodanig door elkaar gehusseld dat we op maandag en donderdag een overblijfprobleem hebben. De enkele keer dat er tussen de middag niemand thuis was, at mijn zoon zijn lunch op school, onder toezicht van de overblijfmoeder. Maar nu hij inmiddels negen is, vindt hij zichzelf oud en wijs genoeg om alleen thuis te eten. Het feit dat we vrijwel naast de school wonen, maakt dat ook tot een vrij ongevaarlijke optie. Maar er komt niettemin nog heel wat bij kijken.

De avond daarvoor oefenen we met het openen van de voordeur. Tot nog toe is hij er niet zelfstandig in geslaagd om zich via deze weg toegang tot ons huis te verschaffen. Je moet even aan de deurknop trekken terwijl je de sleutel een kwartslag naar links draait en daarna meteen duwen. De beweging is er bij ons zo ingesleten dat we er niet eens bij na hoeven te denken. Maar mijn zoon draait óf de sleutel de verkeerde kant op, duwt eerst, inplaats van te trekken, of haalt nog iets anders uit wat ertoe leidt dat de deur hermetisch voor hem gesloten blijft. Het afgelopen jaar maakte hij, de enkele keer dat hij zichzelf binnenliet, gebruik van de achterdeur, waarvan we de sleutel onder één van de bloempotten hadden verstopt.

Maar nu hij negen is, blijkt Sesam zich opeens voor hem te openen. De sleutel gaat aan een keycord om zijn nek, onder zijn T-shirt, zodat hij voor niemand herkenbaar is als een sleutelkind dat tussen de middag aan zijn lot wordt overgelaten. In de loop van de avond komen er naast de sleutel nog zoveel parafernalia aan de keycord (sleutelhangers, Legopoppetjes, kleine Star Wars-zwaarden) dat hij rammelend als een Nikkelen Nelis door het huis gaat. Ik haal het keycord leeg, knoop het aan een lusje van zijn riem en laat de sleutel in zijn broekzak glijden.

Mijn vrouw zet de lunch voor mijn zoon klaar op het aanrecht en voordat we vertrekken nemen we nog even de procedure door. Hij laat zichzelf binnen, eet zijn bolletje op (oké, dat mag onder deze omstandigheden voor de tv), wacht totdat ik hem opbel en let dan heel goed op dat hij de deur ook weer goed achter zich dichttrekt. Want het ding heeft de neiging om ook meteen weer open te schieten.

Mijn zoon kijkt er verveeld bij. Hoe vaak heeft hij dit de afgelopen dagen al gehoord?

Als ik ’s avonds thuis kom, is hij de held van de dag. Je hoort niemand over de hagelslag die door het hele huis lag. Of over het wijdopenstaande deurtje van het kastje waarin de snoep ligt opgeslagen. Of over de papiertjes in de bank en de vuile vaat die nog voor de (nog steeds aanstaande) tv op de bank stond. Hij wordt door mijn vrouw uitbundig geprezen en nog eens geknuffeld, als hij vertelt over de vertwijfeling die hem beving toen hij de wijzers van de klok boven de tv langzaam richting halftwee zag kruipen.

,,Heel goed dat je toen zelf maar naar school bent gegaan”, zegt mijn vrouw, een vuile blik werpend naar de schlemiel die zich ’s avonds pas om kwart over zes herinnerde dat hij tussen de middag zijn zoon moest bellen.

 

Uit de krant van 30 augustus 2005.