mobiel-zelfscannenAls de rode lamp boven de zelfscankassa begint te branden, verschrompelt mijn zelfvertrouwen tot formaat bonuskaart. ‘Er is een medewerker onderweg’, meldt het scherm in de bedrieglijke vriendelijkheid van de lichtblauwe huiskleur. De enige muppets die het bedrijf nog in voorraad heeft, staan voor de derde achtereenvolgende week klaar om mijn drie zorgvuldig volgestouwde tassen vol weekendboodschappen tot op het laatste product leeg te halen. ’s Lands grootste kruidenier probeert me kapot te maken.

Het nieuwe zelfscansysteem van mijn favoriete lokale supermarkt had ik enkele maanden daarvoor nog begroet als een volgende stap naar een volmaakte wereld. Het bood mij een uitweg uit de rijen met klootjesvolk voor de kassa, maakte een eind aan het nerveuze overhevelen van de inhoud van mijn afgeladen karretje naar een smoezelige transportband en het gehaaste inpakken van de producten die de caissière met de maniakale motoriek van een robot in mijn richting wierp.

Het handscannertje dat precies in de uitsparing van mijn karretje past, heeft de vorm van een lasergun. Elk artikel dat ik uit het schap haal, raak ik vol op de streepjescode. Mijn drie tassen – ook van het huismerk – staan uitnodigend open voor het voedsel dat mijn gezin door het weekend en de eerste dagen van de week moet helpen. Zware producten (zak aardappelen, drie jerrycans melk) onderin, de kwetsbare (roze koeken, chips en eieren) bovenop.

Na een rondgang in een tijd die ik met groeiende ervaring wekelijks scherper stel, meld ik me bij de zelfscankassa, haal mijn bonuskaart langs het blauwe oog, pin het bedrag – ik denk dat ik op jaarbasis tussen de 6 en 7000 euro naar deze grootgrutter overmaak – en wacht op de meterslange bon met de streepjescode waarmee ik het klapdeurtje naar de uitgang kan bedienen.

Maandenlang ging dit goed, totdat op een kwade dag de rode lamp boven de zelfscankassa aanfloepte. Van een bevriend echtpaar dat eerder aan deze controle ten prooi viel, begreep ik dat een medewerker vijf willekeurige artikelen nog even langs een handscanner haalt, tevreden zou knikken en mij mijn eigen wekelijkse routine zou laten vervolgen. Maar bij het elektronisch afsluiten van deze handeling ging er iets mis, leidde ik af uit het verontruste gemompel van het meisje, en moest ik mee naar de balie van de klantenservice om mijn zorgvuldig volgestouwde tassen leeg te halen en alles opnieuw te scannen. Daarbij bleek dat ik een fout had gemaakt: drie flessen yoghidrink waren niet uitgesplitst in twee aardbeien- en één sinaasappelsmaak, maar als gelijkwaardig drietal gescand.

Kennelijk leverde dat een slechte aantekening op mijn bonuskaart op, want de week erna kreeg ik weer totaalcontrole. Met een stijgende bloeddruk – heel slecht voor iemand met een teflon aorta – onderging ik opnieuw het vernederende leeghalen van mijn drie tassen, waarbij ik wederom niet brandschoon bleek. Twee identieke flacons haarlotion (allebei 2,99 euro, van hetzelfde merk maar van een verschillend subtype) waren door mij in één handeling als twee dezelfde producten verwerkt.

De dienstdoende beambte beloofde mij dit vergrijp door de vingers te zien en mijn bonuskaart te resetten, maar de week daarop – toen ik als vrij man opnieuw dacht in alle rust mijn wekelijkse 130 euro naar het bedrijf over te mogen boeken – sprong de lamp op de kassa opnieuw op rood en snelde het totaalcontroleteam reeds in mijn richting.

Helemaal doof voor mijn aanhoudende gejammer bleek het meisje niet. ,,U kunt het beste een nieuwe bonuskaart aanvragen, meneer”, fluisterde ze, toen mijn hele weekvoorraad – eieren en roze koeken onderin, de vijf kilo aardappels daar bovenop – weer harteloos in mijn tassen was gestouwd.

Een nieuwe identiteit aannemen, bedoelde ze.

 

Uit de krant van 23 februari 2012.