UnknownDe eettafel is ook de uitgelezen plek voor medische en taalkundige theorieën.

,,Oldtimer”, zegt mijn zoon van negen, ,,is Engels voor Alzheimer.” Hij wil dat nog wel even toelichten: ,,Old is hetzelfde als alt, en timer is hetzelfde als uh…”. Ik help hem weer even op gang. ,,Hetzelfde als heimer.” Zo is het. Zijn oma zou dus net zo goed de Ziekte van Oldtimer kunnen hebben. Maar zoals alle nieuwe theorieën, valt ook deze onmiddellijk ten prooi aan naargeestige critici. ,,Je bent gek”, zegt zijn zus (14).

De Ziekte van Oldtimer is bij ons thuis weer een actueel gespreksonderwerp. Een week nadat het verpleeghuis midden in de nacht de naaste familie liet komen nadat ze een verkeerde bewoonster in het sterfkamertje hadden gereden, wordt er opnieuw alarm geslagen. Dit keer is er geen twijfel mogelijk. Het gaat nu echt slecht met mijn schoonmoeder.

De reflex waarmee ze slikt, is van de ene op de andere dag uit haar aangetaste hersenen gewist. Het toedienen van water en voedsel is langs natuurlijke weg niet meer mogelijk. En ze heeft koorts, hoge koorts, waarschijnlijk als gevolg van een ontsteking.

Wat kunnen haar kinderen doen tijdens het moeilijke proces van versterven, dat voor het sterven uitgaat? Voortdurend bij haar zijn, zachtjes haar favoriete muziek draaien in de hoop dat ze er nog wat van hoort en zorgen dat ze geen pijn heeft.

Alzheimer is een ziekte die je sluipenderwijs je geestelijke vermogens beneemt. De lieve en zorgzame oma die onze dochter en zoon nog van vijf jaar geleden kenden, die op ze paste en spelletjes met ze deed, is de afgelopen jaren al geleidelijk gestorven. Maar nu, drie maanden nadat mijn vader na een kort ziekbed aan kanker overleed, zullen ze ook afscheid moeten nemen van het lichaam van de moeder van hun moeder, en maakt dat toch weer diepe indruk.

Want hoe ziek ze ook was, oma was er nog steeds. Je kon bij haar op bezoek, je kon haar knuffelen en koekjes geven. En soms lachte ze nog, of glommen haar ogen. En ook als ze alleen maar leeg in de verte staarde, of dagenlang wegzakte in een sluimer waar ze niet uit te krijgen was: je had nog steeds een oma.

Hoeveel oma’s en opa’s heb jij nog? Op de achterbank, na de basketbalwedstrijd die ze met 78-18 kansloos hebben verloren, is dat ook een thema onder de teamgenootjes van mijn zoon. Om de beurt noemen ze op wie ze al zijn kwijtgeraakt. En waaraan. Om daarna moeiteloos over te schakelen op de kwalen en gebreken waaraan de nog resterende grootouders lijden.

Mijn zoon maakt de meeste indruk met de mededeling dat zijn andere oma (‘die nog geen Oldtimer heeft’) een kapot slakkenhuis in haar oor heeft, waardoor haar gehoor behoorlijk is verslechterd.

Een slakkenhuis in je oor.

Er valt een plechtige stilte.

Geen wonder dat je dan niks meer hoort.

De theorie dat de Ziekte van Alzheimer hetzelfde is als de Ziekte van Oldtimer wordt hierna door de aanwezige basketballertjes moeiteloos geaccepteerd.

Ik geniet opnieuw van de stilte die levenslustige jongetjes van negen jaar in acht nemen, voordat ze overschakelen naar meer aardse kwesties als: ‘Lust jij broccoli? Ik niet.’

Ik blijf nog even hangen bij de Ziekte van Oldtimer. Mooi gevonden. Maar zelf prefereer ik de benaming die mijn zoon als vierjarige consequent hanteerde om die verschrikkelijke Ziekte van Alzheimer voor zichzelf hanteerbaar te maken.

De term is weer actueel, nu de voormalige top van Ahold de afgelopen weken voor de rechtbank collectief aan geheugenverlies leed:

De Ziekte van Albert Heijn.

 

Uit de krant van 11 april 2006.