Boogie3Als – na enkele martelende uren met een volle blaas op een ijskoud luchtbed, het gelal van dronken feestvierders en andere onbestemde geluiden – uiteindelijk iets van een halfslaap over ons komt, wordt het tentje gevuld met het erbarmelijke geloei van een vaars in barensnood. Nee, je moet een dag voor de 150 kilometer lange fietstocht van Boogie’s Extreme je heil zoeken op een Limburgse kampeerboerderij.

Na een enkel akkefietje met een knikkebol, van de afrit raken en het rammen van een verkeersbord, word ik door mijn omgeving niet meer in staat geacht om voor wielertochten in het zuiden des lands een dagje met de auto op en neer te rijden. Dat was voorheen wel zo efficiënt: de wekker om vijf uur zetten, fietskloffie aan, om zes uur vertrekken, ontbijten in de auto, half negen parkeren in Valkenburg of een andere bekende startplaats, rondje trappen, fiets weer op de auto, droog shirt aantrekken, tweeënhalf uur terug rijden en rond half zeven thuis weer aanschuiven voor de warme hap. Als je tenminste door een onvrijwillig hazenslaapje op een recht stuk snelweg de afslag Eindhoven niet mist, maar ook dat beschouw ik zelf als een betreurenswaardig incident dat ik beter voor me kon houden.

Niettemin stem ik mokkend in met een regeling waarbij mijn fietsende neef en ik voor de rit op zondag al op zaterdagmiddag het gezelschap van mijn zus en zwager opzoeken, die toch een paar dagen in het bronsgroen eikenhout kamperen. Op nog geen drie kilometer van de start staan zij in het gehucht Walem, op een veld dat aan de ene kant een lommerrijk uitzicht biedt over het Limburgse heuvelland en aan de andere kant op een stal met 90 melkkoeien, een schuur met drachtige vaarzen en boxen met pasgeboren kalfjes.

Onze welverdiende nachtrust genieten we op twee door een collega liefdevol afgestane luchtbedden, die met behulp van een elektrische pomp en de accu van de auto op spanning zijn gebracht. Niks geen primitief gedoe, als wij kamperen. Ook haar advies om een rubber matje onder de matrassen te leggen (‘tegen optrekkend vocht’) nemen wij ter harte, om enkele uren later te ontdekken dat ook deze voorzorgsmaatregel – in combinatie met een trainingsbroek, shirt (later ook nog een trui) en een extra fleecedeken – niet bestand blijkt tegen de eerste nachtvorst dit jaar. Mijn nieuwe slaapzak ligt in onze caravan, ver weg in de stalling, terwijl ik vernikkel onder het flinterdunne exemplaar dat na 25 jaar kamperen eindelijk leek te zijn afgedankt.

De volle maan zorgt in ons nylon verblijf voor een midzomernachtlicht waarvan mijn ogen wijd open blijven staan, mijn neef blijkt te ronken als een overjarige dieselmotor en het bier dat we eerder op de avond in het Valkenburgse uitgaansgebied hebben genuttigd, vult mijn blaas tot de omvang van een skippybal. Het uitpellen van mijn slaapzak, het geworstel met twee tentritsen en de gang naar een toiletgebouw bij twee graden onder nul, doen mij voorlopig volharden in deze status quo.

Als mijn neef met een laatste harde snurk stilvalt (in slaap gevallen, dood?, het kan me echt niet schelen), hoor ik het voortdurend ritselen op en onder de uiteinden van de tentluier die zo ruim onder ons slaapvertrek ligt uitgespreid. Katten, bedreigde korenwolven of wilde zwijnen? Het gepieker houdt me niet wakker. Ik lig al wakker. Van de discodreun die ergens uit het dal bij Valkenburg komt. Van het bierfeest van een andere boerderij, een meter of vijfhonderd verderop, waar Normaal slaags lijkt te zijn geraakt met Rowwen Hèze. En van het geloei van Berta 8 of Greta 4, die we de ochtend daarop – recht tegenover de plek waar wij de afwas doen – de nageboorte van hun eerstgeborenen naar binnen zien slokken. Ja, ook goedemorgen.

Gebroken rijd ik de 150 kilometer van Boogie’s Extreme – waarvoor Michael Boogerd de gemeenste hellingen uit de Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik achter elkaar heeft geplakt – als ik vlak na de finish een sms’je van mijn eega, onwetend van dit alles, ontvang:

‘Achteraf moet je toegeven dat dit beter is dan al gejakker op één dag. Rij voorzichtig en tot vanavond.’

 

Uit de krant van 23 september 2008.