verona-arena-operaEr zijn jaren geweest dat ik met graagte 154 euro neertelde om uit de klauwen van het spook van de opera te blijven. Maar nu speur ik koortsachtig het internet af naar plaatsbewijzen voor Tosca. Naast mij ligt het boek ‘Opera voor dummies’ dat mijn dochter heeft opengeslagen op de bladzijden waarop dit werkstuk van Giacomo Puccini voor cultuurbarbaren wordt verklaard. Ze wil de uitvoering zien in één van de mooiste aller theaters: de Romeinse Arena di Verona. Aan gezinskorting doen ze daar niet, zie ik, waardoor dit avondje uit me maximaal vier keer 193 euro kan kosten. Maar kom, het is vakantie.

De hogere kunsten worden binnen ons gezin slechts via één lijn aan de nazaten doorgeven: via hun moeder, die ze liever van de mythologische Trojaanse held Aeneas voorlas dan van Pluk van de Petteflet. Zelf stak ik daar wat armzalig bij af, met mijn reeksen Arendsoog, de Kameleon en Bob Evers, die in onbewaakte momenten verdwenen op rommelmarkten of, erger nog, in de veel te spaarzaam geleegde papierbak bij ons aan de overkant van de straat.

Ook op muzikaal gebied houd ik me graag bij mijn eigen klassieken: bij voorkeur door het leven beschadigde singer-songwriters, die hun werk over bijna-doodervaringen met drank, drugs en verkeerde vrouwen voor een tientje in achterafzaaltjes ten gehore brengen voor vroegkalende oudere jongeren. Toen cassettebandjes nog hip waren, hadden mijn in Spanje rentenierende vrienden de artiesten uit deze ‘Dick-collectie’ voorzien van een zwarte stip. Dat betekende: alleen op te zetten in tijden van grote zwaarmoedigheid.

Door inprenting – veel draaien in de auto en op vakanties in de caravan – heb ik getracht mijn nazaten ook de liefde voor deze zelfkant van het bestaan bij te brengen. Maar op een enkel succesje na – onze dochter is gek op Richard Shindell, onlangs voor een habbekrats overal in het land te beluisteren – viel ook dit cultuurzaad op de rotsen.

Mijn jongste nakomeling is niet bewust met muziek bezig, als ik het irritante gejengel van zijn Nintendo DS buiten beschouwing laat, tenminste. Mijn oudste laat zich in haar smaak vooral leiden door de beeldcultuur: de soundtracks van films (Harry Potter, The Lord of the Rings), televisieseries (de jaren zestig- en zeventig muziek van CSI) of musicals (haar inmiddels alweer verdampende fascinatie voor Queen komt van ‘We will rock you’, dat ze met school in Londen zag).

Nu geeft ze zich helemaal over aan klassiek, vooral ingegeven door de recent door haar ontdekte serie Inspector Morse, die zijn misdaden het liefst oplost op de klanken van Wagner, Mozart, Schubert, Mendelssohn en nog een paar van die types die nooit een fatsoenlijke gitaar in hun handen hebben gehad. En zoals met al haar passies, gaat ze er voor de volle 200 procent voor. Alleen deze maand zit ze twee keer met mijn eega in het Amsterdamse Concertgebouw om zich achtereenvolgens aan Beethoven en Dvorák te laven. Mij laten ze thuis, als de neanderthaler waarvan een stukje van de oogkas ontbreekt.

Sinds ze zich heeft laten vertellen dat we in juli op een steenworp afstand van een van de mooiste operatheaters ter wereld kamperen, moet ik alles op alles zetten om een avondje te regelen in de Arena di Verona, een goed bewaard Romeins amfitheater uit 30 na Christus. Het liefst eerste rang, want van een klasgenootje hoorde ze dat je van een avondje goedkoop (79 euro) op de trappen een blikken kont overhoudt. Alsof het voor de vroege christenen hier vroeger zo’n pretje was, probeer ik nog schamper, maar dat vermocht haar niet te vermurwen. Evenmin als mijn latere tegenwerping dat die ‘steenworp’ afstand vanaf onze camping in Levico Terme naar Verona nog altijd zo’n 120 kilometer is, de voorstellingen pas om 21.15 uur beginnen (als het regent schuift alles met de Italiaanse slag zo maar een paar uur op) en we ’s nachts die 120 kilometer ook nog terugmoeten.

Even leek de wetenschap dat Tosca pas weer op 15 augustus – de dag van ons vertrek uit Italië – weer wordt opgevoerd, de nekslag voor ons avondje opera. Maar na een korte depressie heeft mijn dochter zich herpakt. Uit ‘Opera voor dummies’ mag ik kiezen uit Carmen, de Barbier van Sevilla of de Aida.

 

Uit de krant van 23 juni 2009.