GijpAls laatste Nederlander ben ik begonnen in Gijp. Nee, niet bij de kapper, maar voor het slapen gaan. Ik was net ‘in between’ twee kloeke uitgaven uit de wereldliteratuur toen een vrouwelijke collega het boek met de trotse sticker van de NS Publieksprijs uit de redactiepost viste. ,,Hier, dit is wel wat voor jou”, zei ze. Ik was niet eens beledigd.

,,Tuurlijk wel. Boekie, altijd leuk.”

Binnen twee nachten las ik het uit.

Ik kon niet zo goed voetballen als René van der Gijp, was niet zo populair bij de vrouwen, heb nog nooit een Porsche gekocht met 150.000 gulden cash, moet er niet aan denken om urenlang in de sauna te zitten of een heel weekend op de bank voetballen te kijken, maar verder lijk ik best wel op Gijp. Vrolijk in gezelschap – maar toch ook graag op mezelf – en een neiging tot somberte, die zich bij mij niet vertaalt in depressies maar in een voorliefde voor singer-songwriters met een doodswens in hun repertoire. En, niet te vergeten, Gijp en ik hebben allebei onze opleidingsweken voor militaire dienst doorgebracht in de kazerne in Grave, om daarna een luizenbaantje bij de Landmachtstaf in Den Haag in de schoot geworpen te krijgen.

Ook dat vormt je voor het leven.

Gijp is een aaneenschakeling van vrolijke anekdotes, maar ook van observaties en gedachten die voortkomen uit het vermogen van de grillige topsporter om al tijdens zijn carrière met de ogen van een buitenstaander naar de voetbalwereld te kijken. Met zijn levenslessen (‘Kies ervoor om iets te doen waar je gelukkig van wordt, ga niet elke dag die strijd aan’) is hij een graag geziene gast in zaaltjes waar het vaderlandse bedrijfsleven voor seminars en lezingen bijeenkruipt.

Maar Van der Gijp heeft een boodschap voor ieder van ons.

Voor de notaris die twee weken geleden veronderstelde dat ik in een grot leefde omdat ik schreef dat alle kantoren van hem en zijn beroepsgenoten naar sigaren en verschraalde cognac roken:

‘Neem jezelf niet zo serieus.’

Voor de veiligheidsadviseur die mij afgelopen vrijdag in een lange mail voorhield dat de samenleving wel degelijk vol bedreigingen zit:

‘Probeer niet over alles controle te hebben, want er gebeurt toch altijd iets onverwachts.’

Voor de lezers die elke week weer met hooggestemde verwachtingen aan deze column beginnen:

‘Verwacht nergens iets van, dan valt het ook nooit tegen.’

 

Uit de krant van 14 november 2013.