RugkrabberVan alle vormen van lichamelijk genot kan het rugkrabbelen nog wel in het (semi-)openbaar worden ondergaan. In de opvattingen van mijn zoontje (net vijf) tenminste, want je hoeft maar een vage bekende van hem te zijn of hij komt vertrouwelijk naast je zitten, trekt zijn shirt omhoog, draait zijn romp van je af en vraagt op z’n vertederendst: “Rugkrabbeltjes, alsjeblieft?” De aangesprokene is meestal te verbouwereerd om te weigeren en zodra de vingers plichtmatig over zijn rug gaan, ontlokken ze mijn nazaat geluiden die zich het best laten vergelijken met het gespin van een kat.

Zijn favoriete rugkrabbelaar is een vriend van ons, die weliswaar zelf geen kinderen heeft maar wel een moeder die het rugkrabbelen tot een hogere vorm van lichaamsverzorging heeft verheven. Die gave paart zij dan ook nog eens aan een enorm uithoudingsvermogen. Haar techniek is zo verfijnd dat zij, zonder dat de gekrabde daarvoor aanwijzingen hoeft te geven, de jeuk over de rug volgt.

Die gave nu, is van moeder op zoon overgegeven. En zo jaagt die vriend van ons op de rug van mijn zoontje achter de jeuk aan, zoals een vleermuis achter insecten. Je ziet niet wat zijn handen stuurt. Maar met akelige precisie registreren de sonars in zijn vingertoppen de onderhuidse jeuktrillingen die erom schreeuwen te worden gekrabd. Dat is nog eens wat anders dan het verveelde en plichtmatige gekrab zoals je dat in echtelijke relaties vaak aantreft.

Als die vriend van mij (samenwonend, dus ook in die kringen komt het voor) nadoet hoe zijn vriendin zijn rug onder handen neemt, trekt hij een verveeld gezicht, beweegt zijn hand monotoon in één richting en op één plek waar je, als je niet oppast, net zo lang wordt gekrabd totdat je huid van die akelige doorligplekken begint te vertonen.

Is het ondergaan van rugkrabbeltjes een typische mannenaangelegenheid? Het lijkt erop, want ik kan er alleen met mannen een goed gesprek over hebben. Op zekere leeftijd heb je het vaker over rugkrabbeltjes dan over seks. Hebben wij dan voortdurend jeuk? Dat niet, maar het lijkt wel alsof de jeuk door het krabben wordt geactiveerd, waarna de combinatie jeuk en krabbeltjes voor het ultieme genot zorgt.

De meeste gesprekken over rugkrabbeltjes gaan over hoe de partner zo ver te krijgen is dat ze (of vooruit: hij) op je rug krabbelt. Daartoe worden de ingewikkeldste deals gesloten. Bij ons thuis wordt er voor het slapen gaan in de regel nog een aantal bladzijden gelezen. Daartoe lig ik in de sponde op mijn rechterzij, mijn echtgenote daarachter (boek met één kant steunend op het matras). Zij kriebelt op mijn rug, en ik moet op de zijkant van haar been kriebelen (scheenbeen, knie). Zodra één van beiden stopt (geen zin, in slaap gevallen) stopt de ander onmiddellijk. Het is allemaal van een liefdeloos ‘voor wat, hoort wat’. (Op een klamme zomeravond komt er een hulpstuk, in de vorm van een houten handje op een stokje, uit het nachtkastje omdat ze het vertikt in een laagje zweet te krabben!)

Bij de collega die op de redactie tegenover me zit gaat het nog een stap verder. Als hij ’s morgens het brood voor zijn vriendin klaarmaakt, krabbelt zij ’s avonds op zijn rug. Nog een stap verder en we belanden in de rugkrabbeltjes-prostitutie, waarin deze handeling alleen nog tegen betaling wordt verricht.

Is het te veel gevraagd om het recht op rugkrabbeltjes te verankeren in het huwelijksformulier of in samenlevingscontracten? Zodat het niet meer voldoen aan deze echtelijke plicht voldoende grond biedt voor het uiteengaan op grond van ‘duurzame ontwrichting van de relatie’. Laat het maar de gewoonste zaak van de wereld worden dat iemand in de bus, in de wachtkamer of in de lift zijn trui, blouse of hansop omhoog doet, zich van je afkeert en vriendelijk vraagt: “Rugkrabbeltjes, alsjeblieft?”

Voorlopig heeft m’n zoontje de primeur.

 

Uit de krant van 6 augustus 2001.