CaravanOp weg naar de ferry in Hoek van Holland vond ik hem vooral een schijtlaars. Na het eerste half uur van wat onze drieweekse reis naar Engeland en Ierland ging worden, reed mijn zwager weer terug naar huis omdat hij zijn caravanpapieren was vergeten. De caravanpapieren? Daar had niemand mij in de twintig jaar dat ik met dat ding rondrijd, ooit naar gevraagd. ,,Mij wel”, zei hij. ,,Elke vakantie ben ik wel een keer de Sjaak.”

Mijn zwager heeft een oer-Hollandse voornaam – geen Sjaak, maar wel zoiets – en is een keurige gemeenteambtenaar, maar omdat zijn ouders uit Indonesië komen, is hij bedeeld met Aziatische trekken. Hij wordt bovengemiddeld op zijn papieren gecontroleerd, zowel in binnen- als buitenland, of met zijn auto aan de kant gezet.

Dat mij dit niet overkomt, wordt in de documentaire ‘Zwart als roet’ van Sunny Bergman – die niet zozeer over Zwarte Piet als wel over alledaags racisme gaat – het witte privilege genoemd. De maakster toont dit aan met een filmpje waarin drie mannen – een blanke, een bruine en een zwarte – in het park het slot van een fiets doorzagen. Van de blanke wordt voetstoots aangenomen dat hij zijn sleuteltje is vergeten, aan de bruine wordt argwanend gevraagd wat hij aan het doen is en bij de zwarte wordt meteen de politie gebeld.

Je weet dat het zo gaat, maar ik vond het toch weer confronterend.

Op de gezamenlijke vakantie van onze beider gezinnen naar Ierland werd ik vooral getroffen door de laconieke houding waarmee mijn zwager dit alledaags racisme onderging. Bij elke overtocht – naar Ierland zijn dat er heen en terug vier – werd zijn auto-caravancombinatie aan de kant gezet zodat ijverige douanebeambten zelfs met spiegeltjes aan de onderkant konden controleren of er niks in de wielkasten was verstopt. Met mijn sleurhut die chronisch een paar honderd kilo te zwaar beladen is – aardappels en erwtensoep, maar het zouden net zo goed vaten met xtc-pillen kunnen zijn geweest – werd ik elke keer vriendelijk doorgewuifd. Zelfs in onze paspoorten was geen interesse.

In commentaren wordt ‘Zwart als roet’ misschien wel een sleutelfilm genoemd als het de komende jaren gaat om een andere benadering van minderheden.

En niet alleen minderheden.

Toen ik het jaar na de vakantie met mijn zwager alleen met mijn eigen gezin met de boot naar Noorwegen voer – de caravan achter mijn auto klotsend van de wijn en sterke drank om drie weken door te komen en af en toe nog wat te ruilen met de inboorlingen – kreeg ik onderweg van een landgenoot een gouden tip om in Oslo een grondige inspectie door de douane te ontlopen.

Zorg dat je in de rij achter Duitsers komt te staan.

Die hebben ook een imagoprobleem.

 

Uit de krant van 4 december 2014.