We-zijn-er-bijnaEen taxi levert ons aan het begin van de avond af op de camping in Gilette, een half uurtje boven Nice. Met onze supermarkttasjes vol boodschappen sjokken we naar onze tent, onder de nieuwsgierige blikken van zestig leden van een ANWB-kampeerrondreis. Als ze horen dat we zo stom zijn geweest om onze auto met pech te laten wegslepen naar een ongetwijfeld louche lokale garagehouder, breekt er bijna een volksopstand uit. ,,We gaan hem halen!”, roepen de senioren met overslaande stem. Het is de tijd dat de angst voor het onbekende er onder ANWB-leden nog goed in zit.

Als je jong bent – begin twintig waren mijn latere eega en ik toen – moet je op vakantie waken voor piraten, snelwegrovers en oudere landgenoten die in groepsverband met de caravan reizen. De laatste categorie is niet uit op je have en goed, maar staat te dringen om je te onderwerpen aan alles waarvoor je ooit het ouderlijk huis bent ontvlucht.

Wie wil weten hoe het er op zo’n reis aan toe gaat, moet deze zomermaanden eens afstemmen op Omroep Max, dat ‘We zijn er bijna!’ uitzendt. Zonder uitzondering krasse, keutelende senioren die met hun kampeermiddel door Spanje reizen, op parkeerplaatsen langs de snelweg kleedjes op de picknicktafels uitspreiden, onderling jeu de boules-competities afwerken en vrijwillig of onder groepsdwang op elke nieuwe camping samenkomen voor de welkomstborrel.

Na het volksgericht in Gilette waar we werden bemoederd, gecorrigeerd en onderwezen in de drie dagen dat onze Volvo door de vermeende louche garagehouder prima werd gerepareerd (hij accepteerde zelfs ANWB-vouchers) zwoeren mijn echtgenote en ik de plechtige eed dat we nooit, nooit, nooit zouden toetreden tot het gezelschap van de groepsrondreizen.

Als ik dertig jaar later informatie zoek voor een kampeervakantie in Scandinavië, komt het dan ook als een schok dat ik mezelf opeens achter de eettafel aantref met de printvriendelijke versie van het dag-tot-dagprogramma van de rondreis Noorse fjorden van de site ANWB-kampeerreizen. Onze vakantie blijkt hier keurig opgedeeld in overzichtelijke partjes, inclusief een handig routekaartje, een tip voor een overnachtingscamping in Klein Ronnau op weg naar de boot in Kiel, toeristische tips (‘met het spectaculaire Flamsbane-treintje gaat u heen en weer naar Myrdal’), handige weetjes (‘veerponten en tolgelden binnen Noorwegen kostten in 2011 circa 220 euro voor auto en caravan van 10-12 meter’), vaderlijke vermaningen (‘ervaring met het rijden met auto en caravan in bergachtige gebieden is noodzakelijk’), verontschuldigingen (‘enkele kampeerterreinen hebben minder goede sanitaire voorzieningen’) en een algemene vakantiewijsheid (‘met humor en relativeringsvermogen komen we er doorgaans wel uit’).

Volgens het ANWB-kampeerreizenprogramma hebben we op dag 5 onze eerste vrije dag.

Ik kijk er nu al naar uit.

De eerstkomende rondreis Noorse fjorden vertrekt op 14 juli en is al helemaal volgeboekt. Wij vertrekken vandaag al, zodat we ervan verzekerd zijn dat we de kudde keutelende senioren steeds bijna twee weken voor zijn.

Nee, het is geenszins mijn bedoeling me af te zetten tegen de deelnemers aan ANWB kampeerreizen. Ze zouden mij er tenslotte niet eens bij willen hebben. In de aanvullende informatie staat: ‘Voor alle kampeerreizen geldt dat een deelnemer zodanig gezond en valide dient te zijn dat hij/zij in staat is (eventueel bijgestaan door de eigen partner) om de reis zonder hulp van derden te volbrengen.’

Nadat ik op de vorige vakantie mijn aorta scheurde en nu een week voor vertrek met 40 kilometer in het uur van mijn racefiets lazerde met spectaculaire schaafwonden, gekneusde ribben en pijnlijke spieren tot gevolg, zou ik ongetwijfeld door de ANWB zijn geweigerd.

 

Uit de krant van 5 juli 2012.