cliffs-of-moher-sunset_sliderDe benauwde caravan, waar met behulp van een elektrisch bijzetkacheltje in het toilet een provisorische ‘droogkamer’ voor onze schoenen en jassen is gecreëerd, zijn we ontvlucht voor een autoritje door een landschap dat zich hult in een druilerige nevel. Na ‘Sesamstraat’ en ‘Bassie en Adriaan’ is dit jaar ‘Kinderen voor kinderen’ de topper in het vakantierepertoire.

‘Mijn vader wil naar Ierland voor de schapen en de vis,

En ik kan me daar weer gaan vervelen,

Want als het daar een keertje niet zo mistig is,

Nou, dan regent het pijpenstelen.’

Het deze week door de fans tot absolute favoriet uit 30 jaar kindermuziekgeschiedenis gekozen ‘Op een onbewoond eiland’ stond tekstueel veel te ver van onze nazaten af. Nog in de wieg sleepten we onze dochter mee op een vakantie naar Cornwall, waar de oceaanwinden en slagregens op camping Polmanter Farm in St. Ives korte metten maakten met het doek van onze huurtent. Door de manier waarop ik manmoedig aan de stokken bleef hangen, sta ik daar nog steeds te boek als de uitvinder van het kitesurfen.

Na diverse gesprekken met medewerkers van de kindertelefoon waren we bereid tot een concessie: we kochten een caravan. Maar voor onze zomervakanties bleven we onverminderd naar de Britse eilanden afreizen, altijd maar weer begeleid door het kinderkoor met de Gooise ‘R’:

‘Nee nee nee! Nee papa nee! Ik wil niet naar Ierland op vakantie, ’t Wordt tijd dat ik een land zie, Met strand en zee, Een vakantie met zon, Zonnegarantie.’

Gek genoeg zijn we nog nooit naar Ierland op vakantie geweest. Maar er was weinig fantasie voor nodig om de tekst van het liedje van toepassing te verklaren op de omgeving van Loch Duich in Schotland (waar bij slecht weer de regen en bij mooi weer de midges, gemene steekvliegjes, ons binnenhielden), de stranden van Noord-Devon (waar onze nazaten alleen in zee wilden als we een – veel te ruim – wetsuit voor ze huurden) of de rotshellingen van The Old Man of Coniston en andere heuvels in het Lake District (waar we met onze wandelschoenen tot boven de kuit in de van blubber verzadigde grond wegzakten).

Bij de keuze van een vakantiebestemming hebben we ons nog nooit wat gelegen laten liggen aan het standpunt van de kinderen. Zodra ze min of meer rechtstandig op hun kromme beentjes konden staan, lieten we ze wandelingen van 15 tot 20 kilometer afleggen, bij voorkeur over onverhard terrein. Bij terugkeer op weer zo’n Spartaans kampeerterrein van The Caravan Club – er zijn er met bordjes ‘Kinderen verboden, honden toegestaan’ – hingen ze een kwartier aan een scheefgezakt klimrek, schopten wat tegen een lekke bal en kwamen na deze alternatieve animatie net voor een volgende bui naar binnen voor een spelletje scrabble en kop warme chocomelk.

Pas de laatste twee jaar waren we bereid tot enige concessies, voornamelijk omdat het kroost een leeftijd bereikte waarop het ons ook fysiek kon bedreigen. Met een reisje naar de Tarn (het zuiden van Frankrijk) en de Zuidelijke Dolomieten (Italië) kozen we eieren voor ons geld en zagen ze voor het eerst dat je op vakantie ook buiten – in het zonnetje – kon ontbijten zonder lekgestoken te worden. Of ’s nachts in slaap kon vallen zonder extra fleecedekens en bedsokken.

Voor volgend jaar – waarschijnlijk de laatste keer dat onze oudste (17) mee gaat – hebben we haar zelfs helemaal de vrije hand gegeven in de vakantiebestemming. Als een soort ‘wiedergutmachung’, mag ik wel zeggen, voor al die jaren van ontberingen.

Ze moest er, niet eens zo heel lang, over nadenken en kwam toen met…

Ja, ja, ja, we gaan naar Ierland op vakantie!

 

Uit de krant van 12 november 2009.