De eerste keer dat ze tijdens de lunch half onder de tafel dook om even te krabben, viel het me nog niet op. Maar toen ik haar op zeker moment om de paar happen even uit het zicht zag verdwijnen, moest ik er toch het fijne van weten. ,,Jeuk aan mijn scheenbeen”, klonk het getergd. Mijn hart maakte een sprongetje en ik klonk bijna blij toen ik ’s avonds thuis op de vraag of er nog wat bijzonders op werk was gebeurd, kon antwoorden met: ,,De stagiaire heeft het ook.”