P1050488Vroeger, ja vroeger. Toen reden we overdag 160 kilometer en gingen we ’s avonds om half elf nog naar de kroeg. Als we dan lekker gekruid hadden gegeten en een beetje winderig waren – wat zeg ik, een béétje winderig! – trokken de stamgasten zich daar stilletjes in een hoek van het pijpenlaatje terug. Een herdershond die al vijf jaar voor dood onder de toog lag, hees zich moeizaam op zijn poten en wankelde naar de deur om frisse lucht te happen. En de volgende dag? Dan zaten we ’s morgens gewoon om acht uur weer op de fiets.

Meer lezen