FartHet tentje van mijn drie neven staat aan de overkant van het grindpad, onder het dichte bladerdek van wat ik bij gebrek aan specifieke biologische kennis maar een boom noem. Een minuut of tien geleden heb ik de rits horen dichttrekken, gevolgd door het doffe, onverstaanbare gemompel van kerels in de postpubertijd die in de slaapzak hun van ledigheid bolstaande dag doornemen. Dan klinkt er geschreeuw, het geluid van een woest opengetrokken rits en het rumoer van twee neven die over elkaar heen naar buiten rollen. ,,Een twaalf! Hij heeft een twaalf gelaten!”, klinkt het in een mengeling van walging en respect over het kampeerterrein in ruste.

Meer lezen