TopGearDe mogelijkheden om als ouders je kind teleur te stellen, zijn voor ons nog niet uitgeput. ,,Hoeveel pk heeft dit ding?”, vraagt mijn dochter (16), met een weinig respectvolle blik op de Chevrolet Matiz van mijn eega. Als die het antwoord schuldig moet blijven, zoekt onze nazaat het – hoofdschuddend over zoveel oppervlakkigheid – op in wat de laatste weken haar Koran, haar Tora, haar Bijbel is: het KNAC jaarboek, met alle auto’s van 2007. De uitkomsten vallen haar niet mee. ,,51”, snuift ze. ,,En weet je hoe snel hij van 0 tot 100 gaat?” Opnieuw moet mijn echtgenote – doorgaans een slimme en wijze vrouw, maar met meer hart voor haar fiets dan voor het gemotoriseerde voertuig dat zij als een noodzakelijke kwaad beschouwt – het antwoord schuldig blijven. ,,In 18,2 seconden. Dat dat ding nog op de snelweg mag. Een slak is sneller.”

Haar kijk op de autowereld is altijd een wat bijzondere geweest. Toen ze een jaar of vier was, hield onze dochter op weg naar een vakantiebestemming niet alleen bij wélke voertuigen ons passeerden, maar ook de aantallen: 67 Peugeots, 128 Fiats, 150 Opels en 29 BMW’s. Helemaal compleet was dit overzicht nooit omdat ze alleen de automerken telde, die ze kende. Het heeft een jaar of twaalf geduurd, maar nu is ze vastbesloten om die lacunes in te vullen.

Zoals al haar obsessies, gebeurt dit onder invloed van een televisieprogramma: Top Gear van de BBC. Ze heeft op internet inmiddels een site gevonden waar ze ‘binnen twee seconden’ elke aflevering kan downloaden die ooit is uitgezonden. Daarvoor behielp ze zich met historische hoogtepunten op YouTube. De jongste generatie heeft het niet zo op ouderwetse massamedia als televisie.

Een aantal kwalijke opvattingen van de presentatoren Jeremy Clarkson, James May en Richard Hammond heeft ze zich al eigen gemaakt. Hun dedain voor mensen met een caravan (in de uitzendingen laten ze deze onderkomens het liefst van grote hoogte uit een takelwagen vallen; in brand steken of plat walsen behoort ook tot de mogelijkheden) heeft haar respect voor ons, haar ouders, geen opleving bezorgt. Met de grootst mogelijke tegenzin stapt ze morgen, Koninginnedag, in mijn Kia Sorento (139 pk, van 0 tot 100 in niet minder dan 13,4 seconden ) om met ons een paar dagen te kamperen in het Bois de Boulogne in Parijs. Mijn met een zekere trots uitgesproken ‘Weet je wel dat mijn Kia een caravan van 2300 kilo mag trekken?’ verstevigt mijn status van huisschlemiel voor de komende tien jaar.

Verder moet ze niks (meer) hebben van hybride auto’s (‘volksverlakkerij’) en ander gezeur van de milieubeweging over de CO2-uitstoot of de opwarming van de aarde. Bij Top Gear maken ze daar namelijk ook korte metten mee.

Met de toewijding van een zojuist bekeerde, slurpt ze autogegevens op en – erger nog, voor iemand die haar hersens voor zoveel nuttiger zaken nodig heeft – onthoudt ze ook. Op de fiets van school naar huis registreert ze de kentekens van bijzondere voertuigen, waarvan ze vervolgens de gegevens checkt op de site van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (www.rdw.nl).

De belofte dat ze op haar achttiende op onze kosten haar rijbewijs mag halen als ze tot die tijd niet rookt (een makkie: ze taalt niet naar sigaretten of drank) werd beantwoord met de vraag of wij er dan ook een Aston Martin DB9 (450 pk, van 0 tot 100 in 4,9 seconden, topsnelheid 300 kilometer per uur) bijleveren.

Ik zei het al: de mogelijkheden om als ouders je kind teleur te stellen, zijn voor ons nog niet uitgeput.