MozesMozes doopten we hem, wat ’Wij hebben hem uit het water getrokken’ betekent. (Voor de minder bijbelvasten onder u: Mozes was een Hebreeuws jongetje dat in een biezen mandje op de rivier de Nijl dreef en door een Egyptische prinses werd geadopteerd. Later leidde hij het volk Israël naar het beloofde land. Lees Exodus 2 en verder er maar op na).

Onze Mozes was er één uit een nest van drie ongewenste poesjes, dat de eigenaar met het dreigement dat ze anders verdronken zouden worden toch nog vrij snel aan een nieuw tehuis hielp. De eerste drie dagen nadat wij hem uit zijn biezen mandje hadden gehaald, zat hij bij ons ineengedoken te bibberen onder de bank. Daarna wierp hij het juk van schuchterheid definitief van zich af.

Een binnenkat moest het worden, die bij je op schoot lag, zijn behoefte deed in de kattenbak en op de vensterbank het jachtige leven beschouwde zoals zich dat op straat voltrok. Door in de gordijnen te hangen, zich door de kleinste kiertjes van bovenlichtjes te wurmen en elke openstaande voordeur te benutten voor een ontsnapping, maakte hij duidelijk andere vooruitzichten te hebben. In de jaren dat we nog geen kattenluikje hadden, stond ik elke nacht rond drie uur op omdat hij dan aangaf naar buiten te willen. In de jaren dat wij in de deur van de slaapkamer die uitkwam op het balkon wél een kattenluikje hadden, liep ik ’s nachts rond de echtelijke sponde met een stoffer achter rondfladderende vogels en zwaargewonde maar nog steeds buitengewoon mobiele knaagdieren aan, om binnen af te maken waarmee Mozes buiten was begonnen. Met opgetrokken dekbed lagen wij met grote angstogen te wachten totdat legendarische ruzies aan beide zijden van het kattenluik (kat van ons binnen, die van de buren buiten) waren beslecht.

Toen wij na onze verhuizing naar een eengezinswoning aldus voldoende redenen hadden om het kattenluikje in de schuurdeur te maken (met een mandje voor de momenten dat hij ’s nachts wél wilde slapen), bekwaamde hij zich in het op een uiterst irritante manier kloppen tegen de achterdeur. Dat begon met een poot, en als het personeel niet snel genoeg de deur opendeed, kon hij het ook met twee. Daarbij stond hij fier overeind op de achterpoten, met de nagels furieus tikkend tegen het glas en – als je het niet gezien had, zou je het niet geloven – een geërgerde uitdrukking op zijn kattenkop.

Zijn eten kreeg hij ook bij de achterdeur en als we niet om de week van merk veranderden, kon hij dagenlang chagrijnig vasten. Zijn behoefte deed hij bij voorkeur in onze eigen tuin, die hij als één grote kattenbak beschouwde. En als hij in het zonnetje op de mat voor de voordeur lag, moesten de eigenaren van de grootste bouviers hun viervoeter met gestrekte achterpoten langs ons huis trekken. Want hij mocht dan niet groot zijn, er zijn vele getuigenverklaringen van hoe hij bovenop een hond sprong en zijn nagels in een rug of een kop zette. Wanneer wij met vakantie waren en hij onvoldoende aandacht van de oppas kreeg, kon hij willekeurige voorbijgangers zo klaaglijk miauwend opzoeken dat hij een keer, op anderhalve meter van onze voordeur, door een bewogen omaatje werd opgetild en naar het Kattenpaleis werd gebracht. Na drie dagen zoeken konden we hem daar na betaling van het pensiongeld ophalen.

Mozes was, na het tweepersoonsbed, onze eerste gezamenlijke aanschaf toen mijn vrouw en ik gingen samenwonen. Het bed werd drie maanden geleden afgedankt. En ook de kat begon, na bijna twintig jaar, in al zijn voegen te kraken. Hij werd stram, zijn achterpoten stonden krom van de reumatiek. En ’s morgens, als hij na een nachtelijke rooftocht aan de achterdeur tikte, moest hij niet alleen zijn eten, maar ook een pilletje voor een te snel werkende schildklier hebben. Zelf nam ik dan mijn tabletje tegen hoge bloeddruk. En af en toe namen we elkaars pilletje, want ze zagen er precies hetzelfde uit. De afgelopen maanden sliep hij vooral, maar toen zelfs het liggen met zijn stramme achterlijf eigenlijk niet meer ging, moest hij voor de laatste keer in zijn biezen mandje.

Ze leek wel een beetje op een prinses, de vrouwelijke dierenarts die hem eruit haalde. Ze nam hem nog een keer liefdevol op, om hem na de constatering van een ernstige neurologische aandoening zonder de geringste aarzeling een spuitje te geven.

Nou ja, dat is ook een manier om in het beloofde land te komen.

 

14 februari 2000