fotocolumnjacobsroute02Zelf ben ik vermoedelijk te eendimensionaal om een extra laag aan onze pelgrimage op de fiets toe te voegen. Ik rijd niet om mezelf te bewijzen, het is geen boetedoening voor een losbandig leven, geen eerbetoon aan de medische stand en ik hoef geen donaties op te halen voor de Bond van Wielrenners met een Beperking. Ik ben met mijn rentenierende vriend een stukje aan het trappen. Van mijn huis naar zijn huis. Dat het zijne 2500 kilometer verderop staat, wist ik van te voren. Ik kom er geregeld. Met het vliegtuig, ja.

Tot aan Jaca, in het noorden van Spanje, volgen we de St. Jacobs fietsroute. Niet omdat die ‘langs historische pelgrimswegen leidt die eeuwenlang werden gebruikt door talloze Santiagogangers, handelaren en koningen’, maar omdat we toch die kant op moeten. En hij is voor niks als gps-bestand van internet te downloaden.

Nou ja, laat ik mezelf in oppervlakkigheid niet meer tekort doen dan nodig is. Als het mogelijk was geweest om op de vluchtstrook van de Route du Soleil rechttoe-rechtaan naar Xaló (onder Valencia) te trappen, had ik het niet gedaan. Nog voor de uitvinding van het rijwiel hadden de pelgrims een neusje voor de mooiste fietspaden. Voor historische steden met monumentale pleinen vol terrasjes. Voor het mijden van venijnige hellingen die een door bètablokkers voortgedreven toerrijder met een teflon aorta lelijk kunnen opbreken.

Voor de diepere laag voor mijn beweegredenen moet ik leentjebuur spelen bij mijn wederhelft. Zij gaf mij genereus toestemming om te gaan en legde op haar weblog uit waarom. ‘Sinds mijn echtgenoot 2,5 jaar geleden zijn aorta scheurde en met heel veel moeite het laatste draadje van het leven wist vast te pakken, is mijn perspectief op bepaalde zaken veranderd. Als je de kwetsbaarheid van een mens op zo’n plotseling en confronterende manier gepresenteerd krijgt, raak je ergens de angstvallige voorzichtigheid van het bestaan een beetje kwijt.’

Ga maar gewoon door met leven, zei de thoraxchirurg in Nederland, toen hij in zijn spreekkamer op een beeldscherm het werk bekeek van de collega die me in Wales met een plastic pijp en een potje vliegtuiglijm heeft opgelapt.

Hij bedoelde hetzelfde als mijn vrouw.

Ik steek onderweg geen kaarsjes op, sla mezelf niet tot bloedens toe met een zweep vol spijkertjes en heb er ook geen behoefte aan om een paar kilometer op mijn knieën af te leggen. Maar als ik na de dagelijks honderd kilometer de Santos Travelmaster op de standaard zet bij een terrasje, wil ik met mijn Trappistenbiertje wel een heildronk uitbrengen.

Op het leven. Een stukje fietsen. En de Jacobsroute.

 

Uit de krant van 8 mei 2014.